Woordenlijst

Perzisch – Werkwoorden oefenen

eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.
genereren
We genereren elektriciteit met wind en zonlicht.
ontbijten
We ontbijten het liefst op bed.
repareren
Hij wilde de kabel repareren.
laten staan
Vandaag moeten velen hun auto’s laten staan.
annuleren
Het contract is geannuleerd.
toenemen
De bevolking is sterk toegenomen.
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.
weggooien
Deze oude rubberen banden moeten apart worden weggegooid.
ondertekenen
Hij ondertekende het contract.
genieten
Ze geniet van het leven.