Woordenlijst

Urdu – Werkwoorden oefenen

rondreizen
Ik heb veel rond de wereld gereisd.
uitvoeren
Hij voert de reparatie uit.
teruggeven
De leraar geeft de essays terug aan de studenten.
bezitten
Ik bezit een rode sportwagen.
hopen
Velen hopen op een betere toekomst in Europa.
weglopen
Sommige kinderen lopen van huis weg.
vechten
De atleten vechten tegen elkaar.
raden
Je moet raden wie ik ben!
doen voor
Ze willen iets voor hun gezondheid doen.
open laten
Wie de ramen open laat, nodigt inbrekers uit!
omgaan
Men moet met problemen omgaan.
kwaadspreken
De klasgenoten spreken kwaad over haar.