Woordenlijst

Roemeens – Werkwoorden oefenen

failliet gaan
Het bedrijf gaat waarschijnlijk binnenkort failliet.
beschadigen
Twee auto’s raakten beschadigd bij het ongeluk.
uitsluiten
De groep sluit hem uit.
vaststellen
De datum wordt vastgesteld.
vereenvoudigen
Je moet ingewikkelde dingen voor kinderen vereenvoudigen.
meedenken
Je moet meedenken bij kaartspellen.
bedanken
Ik bedank je er heel erg voor!
verder gaan
Je kunt op dit punt niet verder gaan.
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
accepteren
Ik kan dat niet veranderen, ik moet het accepteren.
schrijven op
De kunstenaars hebben op de hele muur geschreven.
leiden
Hij leidt graag een team.