Woordenlijst
Esperanto – Werkwoorden oefenen
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/120452848.jpg)
kennen
Ze kent veel boeken bijna uit haar hoofd.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/14606062.jpg)
recht hebben op
Ouderen hebben recht op een pensioen.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/119417660.jpg)
geloven
Veel mensen geloven in God.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/81986237.jpg)
mengen
Ze mengt een vruchtensap.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/59552358.jpg)
beheren
Wie beheert het geld in jouw gezin?
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/97784592.jpg)
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/132125626.jpg)
overtuigen
Ze moet haar dochter vaak overtuigen om te eten.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/106665920.jpg)
voelen
De moeder voelt veel liefde voor haar kind.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/67095816.jpg)
samenwonen
De twee zijn van plan om binnenkort samen te gaan wonen.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/90321809.jpg)
geld uitgeven
We moeten veel geld uitgeven aan reparaties.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/121820740.jpg)
beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
![](https://www.50languages.com/storage/cms/vocabulary-verbs/91603141.jpg)