Woordenlijst

Litouws – Werkwoorden oefenen

weglopen
Onze kat is weggelopen.
vertegenwoordigen
Advocaten vertegenwoordigen hun cliënten in de rechtbank.
hangen
Ze hangen beide aan een tak.
uitzoeken
Ze zoekt een nieuwe zonnebril uit.
uitverkopen
De koopwaar wordt uitverkocht.
ontdekken
De zeelieden hebben een nieuw land ontdekt.
vertrekken
Onze vakantiegasten vertrokken gisteren.
vervoeren
We vervoeren de fietsen op het dak van de auto.
werken aan
Hij moet aan al deze bestanden werken.
opletten
Men moet opletten voor de verkeersborden.
leiden
De meest ervaren wandelaar leidt altijd.
redden
De dokters konden zijn leven redden.