Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (US)

endure
She can hardly endure the pain!
verdragen
Ze kan de pijn nauwelijks verdragen!
offer
What are you offering me for my fish?
aanbieden
Wat bied je me aan voor mijn vis?
listen to
The children like to listen to her stories.
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.
hang down
Icicles hang down from the roof.
hangen
IJsspegels hangen van het dak.
let in
One should never let strangers in.
binnenlaten
Men moet nooit vreemden binnenlaten.
give
What did her boyfriend give her for her birthday?
geven
Wat heeft haar vriend haar voor haar verjaardag gegeven?
pray
He prays quietly.
bidden
Hij bidt in stilte.
beat
Parents shouldn’t beat their children.
slaan
Ouders zouden hun kinderen niet moeten slaan.
respond
She responded with a question.
antwoorden
Ze antwoordde met een vraag.
return
The boomerang returned.
terugkomen
De boemerang kwam terug.
show off
He likes to show off his money.
pronken
Hij pronkt graag met zijn geld.
send off
She wants to send the letter off now.
versturen
Ze wil de brief nu versturen.