Woordenlijst

Leer werkwoorden – Engels (UK)

listen to
The children like to listen to her stories.
luisteren naar
De kinderen luisteren graag naar haar verhalen.
delight
The goal delights the German soccer fans.
verheugen
Het doelpunt verheugt de Duitse voetbalfans.
reply
She always replies first.
antwoorden
Zij antwoordt altijd eerst.
pass
Time sometimes passes slowly.
voorbijgaan
De tijd gaat soms langzaam voorbij.
examine
Blood samples are examined in this lab.
onderzoeken
Bloedmonsters worden in dit lab onderzocht.
stop
The policewoman stops the car.
stoppen
De agente stopt de auto.
own
I own a red sports car.
bezitten
Ik bezit een rode sportwagen.
do
You should have done that an hour ago!
doen
Dat had je een uur geleden moeten doen!
pray
He prays quietly.
bidden
Hij bidt in stilte.
miss
The man missed his train.
missen
De man heeft zijn trein gemist.
limit
Fences limit our freedom.
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.
die
Many people die in movies.
sterven
Veel mensen sterven in films.