Woordenlijst
Marathi – Werkwoorden oefenen
houden van
Ze houdt echt veel van haar paard.
terugkeren
De vader is teruggekeerd uit de oorlog.
bedienen
De chef bedient ons vandaag zelf.
inloggen
Je moet inloggen met je wachtwoord.
op maat snijden
De stof wordt op maat gesneden.
belasten
Kantoorwerk belast haar erg.
wegjagen
De ene zwaan jaagt de andere weg.
draaien
Ze draait het vlees.
winnen
Hij probeert te winnen met schaken.
bidden
Hij bidt in stilte.
rennen
De atleet rent.