Woordenlijst
Bengaals – Bijwoordenoefening
waarom
Kinderen willen weten waarom alles is zoals het is.
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
half
Het glas is half leeg.
weg
Hij draagt de prooi weg.
al
Het huis is al verkocht.
links
Aan de linkerkant zie je een schip.
buiten
We eten vandaag buiten.
iets
Ik zie iets interessants!
minstens
De kapper kostte minstens niet veel.
een beetje
Ik wil een beetje meer.
samen
We leren samen in een kleine groep.