Woordenlijst
Japans – Bijwoordenoefening
misschien
Ze wil misschien in een ander land wonen.
meer
Oudere kinderen krijgen meer zakgeld.
samen
We leren samen in een kleine groep.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
‘s morgens
Ik moet vroeg opstaan ‘s morgens.
ooit
Heb je ooit al je geld aan aandelen verloren?
nu
Moet ik hem nu bellen?
correct
Het woord is niet correct gespeld.
‘s nachts
De maan schijnt ‘s nachts.
bijna
Het is bijna middernacht.
te veel
Het werk wordt me te veel.