nok
Hun vil sove og har fået nok af støjen.
genoeg
Ze wil slapen en heeft genoeg van het lawaai.
væk
Han bærer byttet væk.
weg
Hij draagt de prooi weg.
snart
En kommerciel bygning vil snart blive åbnet her.
binnenkort
Hier wordt binnenkort een commercieel gebouw geopend.
gratis
Solenergi er gratis.
gratis
Zonne-energie is gratis.