Woordenlijst

Leer werkwoorden – Esperanto

forigi
Kiel oni povas forigi ruĝan vinmakulon?
verwijderen
Hoe kan men een rode wijnvlek verwijderen?
kovri
La akvolilioj kovras la akvon.
bedekken
De waterlelies bedekken het water.
montri
Mi povas montri vizumon en mia pasporto.
tonen
Ik kan een visum in mijn paspoort tonen.
negi
Hodiaŭ multe negis.
sneeuwen
Het heeft vandaag veel gesneeuwd.
perdi
Atendu, vi perdis vian monujon!
verliezen
Wacht, je hebt je portemonnee verloren!
aŭskulti
Li ŝatas aŭskulti la ventron de sia graveda edzino.
luisteren
Hij luistert graag naar de buik van zijn zwangere vrouw.
kredi
Multaj homoj kredas en Dion.
geloven
Veel mensen geloven in God.
trinki
La bovoj trinkas akvon el la rivero.
drinken
De koeien drinken water uit de rivier.
paroli
Li parolas al sia aŭskultantaro.
spreken
Hij spreekt tot zijn publiek.
peli
La bovistoj pelas la brutaron per ĉevaloj.
drijven
De cowboys drijven het vee met paarden.
ekiri
La montmarŝantoj ekiris frue matene.
beginnen
De wandelaars begonnen vroeg in de ochtend.
deĉifri
Li deĉifras la etan presitaĵon per lupo.
ontcijferen
Hij ontcijfert de kleine letters met een vergrootglas.