Jezikovni vodič

sl Pridevnik 3   »   nl Bijvoeglijke naamwoorden 3

80 [osemdeset]

Pridevnik 3

Pridevnik 3

80 [tachtig]

Bijvoeglijke naamwoorden 3

Izberite, kako želite videti prevod:   
slovenščina nizozemščina Igraj Več
Ona ima psa. Zi- he----een -o-d. Zij heeft een hond. Z-j h-e-t e-n h-n-. ------------------- Zij heeft een hond. 0
Pes je velik. De----- i- ---ot. De hond is groot. D- h-n- i- g-o-t- ----------------- De hond is groot. 0
Ona ima velikega psa. Zij he--- ee- -ro-e--o-d. Zij heeft een grote hond. Z-j h-e-t e-n g-o-e h-n-. ------------------------- Zij heeft een grote hond. 0
Ona ima hišo. Z-j-heef----n--u-s. Zij heeft een huis. Z-j h-e-t e-n h-i-. ------------------- Zij heeft een huis. 0
Hiša je majhna. H-t h-i--is--lein. Het huis is klein. H-t h-i- i- k-e-n- ------------------ Het huis is klein. 0
Ona ima majhno hišo. Zij h-e-t-e----l--- -u--. Zij heeft een klein huis. Z-j h-e-t e-n k-e-n h-i-. ------------------------- Zij heeft een klein huis. 0
On stanuje v hotelu. Hi- -o-nt-in -en---te-. Hij woont in een hotel. H-j w-o-t i- e-n h-t-l- ----------------------- Hij woont in een hotel. 0
Hotel je poceni. Het--ot-l i----e-k-op. Het hotel is goedkoop. H-t h-t-l i- g-e-k-o-. ---------------------- Het hotel is goedkoop. 0
On stanuje v poceni hotelu. H-- w--n- i--ee--g---ko-- --t-l. Hij woont in een goedkoop hotel. H-j w-o-t i- e-n g-e-k-o- h-t-l- -------------------------------- Hij woont in een goedkoop hotel. 0
On ima avto. H-j--e------n-au-o. Hij heeft een auto. H-j h-e-t e-n a-t-. ------------------- Hij heeft een auto. 0
Avto je drag. D- --t- -s duu-. De auto is duur. D- a-t- i- d-u-. ---------------- De auto is duur. 0
On ima en drag avto. Hij----f- e-n-d--- -uto. Hij heeft een dure auto. H-j h-e-t e-n d-r- a-t-. ------------------------ Hij heeft een dure auto. 0
On bere roman. H----e----e-n --m--. Hij leest een roman. H-j l-e-t e-n r-m-n- -------------------- Hij leest een roman. 0
Roman je dolgočasen. D---o--n ---s--i. De roman is saai. D- r-m-n i- s-a-. ----------------- De roman is saai. 0
On bere dolgočasen roman. Hij lee---een ----- ---an. Hij leest een saaie roman. H-j l-e-t e-n s-a-e r-m-n- -------------------------- Hij leest een saaie roman. 0
On gleda film. Zi- k------a-r --- ----. Zij kijkt naar een film. Z-j k-j-t n-a- e-n f-l-. ------------------------ Zij kijkt naar een film. 0
Film je napet. De --lm i--spann--d. De film is spannend. D- f-l- i- s-a-n-n-. -------------------- De film is spannend. 0
On gleda napet film. Zij---j-t ---r-ee------n-n----i--. Zij kijkt naar een spannende film. Z-j k-j-t n-a- e-n s-a-n-n-e f-l-. ---------------------------------- Zij kijkt naar een spannende film. 0

-

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -