Jezikovni vodič

sl Oblike modalnih glagolov za preteklost 1   »   nl Verleden tijd van modale werkwoorden 1

87 [sedeminosemdeset]

Oblike modalnih glagolov za preteklost 1

Oblike modalnih glagolov za preteklost 1

87 [zevenentachtig]

Verleden tijd van modale werkwoorden 1

Izberite, kako želite videti prevod:   
slovenščina nizozemščina Igraj Več
Morali smo zaliti rože. Wij m-e-te- ---blo-men--e-p-o---n. Wij moesten de bloemen besproeien. W-j m-e-t-n d- b-o-m-n b-s-r-e-e-. ---------------------------------- Wij moesten de bloemen besproeien. 0
Morali smo pospraviti (pospravljati) stanovanje. W-j -o--t-n ----h-is-opr---e-. Wij moesten het huis opruimen. W-j m-e-t-n h-t h-i- o-r-i-e-. ------------------------------ Wij moesten het huis opruimen. 0
Morali smo pomivati posodo. Wi--mo-s-en-de a-w-- doen. Wij moesten de afwas doen. W-j m-e-t-n d- a-w-s d-e-. -------------------------- Wij moesten de afwas doen. 0
Ste morali (morale) plačati račun? Moe-t-n-jull-- -e --ken--- beta-e-? Moesten jullie de rekening betalen? M-e-t-n j-l-i- d- r-k-n-n- b-t-l-n- ----------------------------------- Moesten jullie de rekening betalen? 0
Ste morali (morale) plačati vstopnino? M--s------l-ie en----------e-? Moesten jullie entree betalen? M-e-t-n j-l-i- e-t-e- b-t-l-n- ------------------------------ Moesten jullie entree betalen? 0
Ste morali (morale) plačati kazen? Moes--- j-lli--een bo----bet-len? Moesten jullie een boete betalen? M-e-t-n j-l-i- e-n b-e-e b-t-l-n- --------------------------------- Moesten jullie een boete betalen? 0
Kdo se je moral posloviti? Wi- --es------h-id n----? Wie moest afscheid nemen? W-e m-e-t a-s-h-i- n-m-n- ------------------------- Wie moest afscheid nemen? 0
Kdo je moral zgodaj oditi domov? Wie--------r-----a---hu-s-----? Wie moest vroeg naar huis gaan? W-e m-e-t v-o-g n-a- h-i- g-a-? ------------------------------- Wie moest vroeg naar huis gaan? 0
Kdo je moral iti z vlakom? Wie moes--------i- ne---? Wie moest de trein nemen? W-e m-e-t d- t-e-n n-m-n- ------------------------- Wie moest de trein nemen? 0
Nismo hoteli dolgo ostati. Wij-wi--e----et-lan--bl--ve-. Wij wilden niet lang blijven. W-j w-l-e- n-e- l-n- b-i-v-n- ----------------------------- Wij wilden niet lang blijven. 0
Nismo hoteli nič piti. Wi---i-den -iet--dri-ken. Wij wilden niets drinken. W-j w-l-e- n-e-s d-i-k-n- ------------------------- Wij wilden niets drinken. 0
Nismo hoteli motiti. Wij-wil--- ---- --or-n. Wij wilden niet storen. W-j w-l-e- n-e- s-o-e-. ----------------------- Wij wilden niet storen. 0
Ravno sem hotel telefonirati. I- wild- --t -el-foner-n. Ik wilde net telefoneren. I- w-l-e n-t t-l-f-n-r-n- ------------------------- Ik wilde net telefoneren. 0
Hotel sem naročiti taksi. Ik--i-d- -e----xi--es---l--. Ik wilde een taxi bestellen. I- w-l-e e-n t-x- b-s-e-l-n- ---------------------------- Ik wilde een taxi bestellen. 0
Hotel sem namreč iti domov. Ik-w-lde na--l-jk naa- hu-- -ijde-. Ik wilde namelijk naar huis rijden. I- w-l-e n-m-l-j- n-a- h-i- r-j-e-. ----------------------------------- Ik wilde namelijk naar huis rijden. 0
Mislil(a) sem, da si hotel poklicati svojo ženo. I- dac-- da- -e -- vrouw-wilde-----ll--. Ik dacht dat je je vrouw wilde opbellen. I- d-c-t d-t j- j- v-o-w w-l-e o-b-l-e-. ---------------------------------------- Ik dacht dat je je vrouw wilde opbellen. 0
Mislil(a) sem, da si hotel poklicati na informacijo. Ik da--t---- -e-de--nlic---n-----i----b-llen. Ik dacht dat je de inlichtingen wilde bellen. I- d-c-t d-t j- d- i-l-c-t-n-e- w-l-e b-l-e-. --------------------------------------------- Ik dacht dat je de inlichtingen wilde bellen. 0
Mislil(a) sem, da si hotel naročiti pico. Ik-d--ht-dat-je------izza-wi--e b-ste--en. Ik dacht dat je een pizza wilde bestellen. I- d-c-t d-t j- e-n p-z-a w-l-e b-s-e-l-n- ------------------------------------------ Ik dacht dat je een pizza wilde bestellen. 0

-

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -