Woordenlijst

Afrikaans – Werkwoorden oefenen

voorzien
Strandstoelen worden voor de vakantiegangers voorzien.
plaatsvinden
De begrafenis vond eergisteren plaats.
ontwikkelen
Ze ontwikkelen een nieuwe strategie.
vertellen
Ik heb iets belangrijks te vertellen.
updaten
Tegenwoordig moet je je kennis voortdurend updaten.
trouwen
Het stel is net getrouwd.
oefenen
De vrouw beoefent yoga.
uitknippen
De vormen moeten worden uitgeknipt.
eens zijn
De buren konden het niet eens worden over de kleur.
begrenzen
Hekken begrenzen onze vrijheid.
uitspreken
Ze wil zich uitspreken tegen haar vriend.
voorbijgaan
De twee lopen elkaar voorbij.