Woordenlijst

Indonesisch – Werkwoorden oefenen

verslagen worden
De zwakkere hond wordt verslagen in het gevecht.
uitknijpen
Ze knijpt de citroen uit.
kletsen
Ze kletsen met elkaar.
afhangen van
Hij is blind en is afhankelijk van hulp van buitenaf.
vrezen
We vrezen dat de persoon ernstig gewond is.
handelen
Mensen handelen in gebruikte meubels.
schilderen
Ik heb een mooi schilderij voor je geschilderd!
kijken
Iedereen kijkt naar hun telefoons.
schreeuwen
Als je gehoord wilt worden, moet je je boodschap luid schreeuwen.
melden
Ze meldt het schandaal aan haar vriendin.
achteruit zetten
Binnenkort moeten we de klok weer achteruit zetten.
verlaten
Toeristen verlaten het strand rond de middag.