Woordenlijst

Tamil – Werkwoorden oefenen

tellen
Ze telt de munten.
bezorgen
De pizzabezorger bezorgt de pizza.
ontslaan
De baas heeft hem ontslagen.
vertellen
Ze vertelt haar een geheim.
bewegen
Het is gezond om veel te bewegen.
naar huis gaan
Hij gaat na het werk naar huis.
sturen
Hij stuurt een brief.
overnachten
We overnachten in de auto.
belonen
Hij werd beloond met een medaille.
deelnemen
Hij neemt deel aan de race.
spelen
Het kind speelt liever alleen.
achterliggen
De tijd van haar jeugd ligt ver achter haar.