Taalgids

nl Voegwoorden 2   »   pl Spójniki 2

95 [vijfennegentig]

Voegwoorden 2

Voegwoorden 2

95 [dziewięćdziesiąt pięć]

Spójniki 2

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Pools Geluid meer
Sinds wanneer werkt ze niet meer? Od-kied- -na---e ----u-e? Od kiedy ona nie pracuje? O- k-e-y o-a n-e p-a-u-e- ------------------------- Od kiedy ona nie pracuje? 0
Sinds haar huwelijk? Od j-j śl-b-? Od jej ślubu? O- j-j ś-u-u- ------------- Od jej ślubu? 0
Ja, zij werkt niet meer, sinds ze getrouwd is. T--,---a-n-e-pr--uj-- o--ki-----ys-ła -a---ż. Tak, ona nie pracuje, od kiedy wyszła za mąż. T-k- o-a n-e p-a-u-e- o- k-e-y w-s-ł- z- m-ż- --------------------------------------------- Tak, ona nie pracuje, od kiedy wyszła za mąż. 0
Sinds ze getrouwd is, werkt ze niet meer. O---ie-- wyszła--- mąż----- pra--je. Od kiedy wyszła za mąż, nie pracuje. O- k-e-y w-s-ł- z- m-ż- n-e p-a-u-e- ------------------------------------ Od kiedy wyszła za mąż, nie pracuje. 0
Sinds ze elkaar kennen, zijn ze gelukkig. O- -i-dy --ę -n--ą- są---czę--iwi. Od kiedy się znają, są szczęśliwi. O- k-e-y s-ę z-a-ą- s- s-c-ę-l-w-. ---------------------------------- Od kiedy się znają, są szczęśliwi. 0
Sinds ze kinderen hebben, gaan ze zelden uit. O---ie-y maj- dzie-i---z--k--w------ą. Od kiedy mają dzieci, rzadko wychodzą. O- k-e-y m-j- d-i-c-, r-a-k- w-c-o-z-. -------------------------------------- Od kiedy mają dzieci, rzadko wychodzą. 0
Wanneer belt ze? Kied----a-dzw--i? Kiedy ona dzwoni? K-e-y o-a d-w-n-? ----------------- Kiedy ona dzwoni? 0
Tijdens de rit? Po--z-- -a-dy? Podczas jazdy? P-d-z-s j-z-y- -------------- Podczas jazdy? 0
Ja, terwijl ze autorijdt. T---------as-j--dy -amoch-dem. Tak, podczas jazdy samochodem. T-k- p-d-z-s j-z-y s-m-c-o-e-. ------------------------------ Tak, podczas jazdy samochodem. 0
Zij telefoneert terwijl ze autorijdt. On---o--aw-a p--ez te---o--p--c-as-j-----sa-o--o--m. Ona rozmawia przez telefon podczas jazdy samochodem. O-a r-z-a-i- p-z-z t-l-f-n p-d-z-s j-z-y s-m-c-o-e-. ---------------------------------------------------- Ona rozmawia przez telefon podczas jazdy samochodem. 0
Zij kijkt televisie terwijl ze strijkt. On--ogl--a------------od--as--raso--ni-. Ona ogląda telewizję podczas prasowania. O-a o-l-d- t-l-w-z-ę p-d-z-s p-a-o-a-i-. ---------------------------------------- Ona ogląda telewizję podczas prasowania. 0
Zij luistert naar muziek terwijl ze haar huiswerk maakt. O---s-u--a--u-yki ----za--od-abi---a -a-ań. Ona słucha muzyki podczas odrabiania zadań. O-a s-u-h- m-z-k- p-d-z-s o-r-b-a-i- z-d-ń- ------------------------------------------- Ona słucha muzyki podczas odrabiania zadań. 0
Ik zie niets als ik geen bril draag. N-- -i--wid--, -dy-n----am---ul-r--. Nic nie widzę, gdy nie mam okularów. N-c n-e w-d-ę- g-y n-e m-m o-u-a-ó-. ------------------------------------ Nic nie widzę, gdy nie mam okularów. 0
Ik versta niets als de muziek zo hard staat. Ni- n-- rozu--e-,---y muz----gr--ta--g---n-. Nic nie rozumiem, gdy muzyka gra tak głośno. N-c n-e r-z-m-e-, g-y m-z-k- g-a t-k g-o-n-. -------------------------------------------- Nic nie rozumiem, gdy muzyka gra tak głośno. 0
Ik ruik niets als ik verkouden ben. N-c-ni- c--j-- -d--m-m ka-ar. Nic nie czuję, gdy mam katar. N-c n-e c-u-ę- g-y m-m k-t-r- ----------------------------- Nic nie czuję, gdy mam katar. 0
Wij nemen een taxi als het regent. W--m--my tak---k-- g-y---dzi--p-da-. Weźmiemy taksówkę, gdy będzie padać. W-ź-i-m- t-k-ó-k-, g-y b-d-i- p-d-ć- ------------------------------------ Weźmiemy taksówkę, gdy będzie padać. 0
We gaan een wereldreis maken als we de lotto winnen. P-j-dz---y-- ---r-- doo---a św-a-a- -eś---wygra---w ---olo--a. Pojedziemy w podróż dookoła świata, jeśli wygramy w totolotka. P-j-d-i-m- w p-d-ó- d-o-o-a ś-i-t-, j-ś-i w-g-a-y w t-t-l-t-a- -------------------------------------------------------------- Pojedziemy w podróż dookoła świata, jeśli wygramy w totolotka. 0
We beginnen met eten als hij niet gauw komt. Zac--i-m---eść, -----i--- -a--z -ie prz---z--. Zaczniemy jeść, jeżeli on zaraz nie przyjdzie. Z-c-n-e-y j-ś-, j-ż-l- o- z-r-z n-e p-z-j-z-e- ---------------------------------------------- Zaczniemy jeść, jeżeli on zaraz nie przyjdzie. 0

De talen van de Europese Unie

De Europese Unie bestaat momenteel uit meer dan 25 landen. In de toekomst zullen er meer landen lid van de EU worden. Een nieuw land brengt meestal ook een nieuwe taal met zich mee. Op dit moment worden in de EU meer dan 20 verschillende talen gesproken. Alle talen van de Europese Unie hebben gelijke rechten. Deze verscheidenheid aan talen is fascinerend. Maar het kan ook problemen veroorzaken. Sceptici geloven dat veel talen een belemmering vormen voor de EU. Ze voorkomen een effectieve samenwerking. Daarom denken sommige mensen dat er een gemeenschappelijke taal moet komen. Met deze taal, moeten alle landen elkaar begrijpen. Maar dit is niet zo eenvoudig. Men kan geen enkele taal als officiële taal benoemen. De andere landen zouden zich benadeeld voelen. En er is geen echt neutrale taal in Europa... Ook een kunstmatige taal, bijvoorbeeld het Esperanto, zou niet kunnen werken. Want in talen weerspiegelt altijd de cultuur van een land. Daarom is er geen land dat zijn eigen taal wil afstaan. In hun taal zien de landen een deel van hun identiteit. De politieke taal is een belangrijk punt op de agenda van de EU. Er is zelfs een commissaris voor meertaligheid. De EU heeft de meeste vertalers en tolken over de hele wereld. Ongeveer 3500 mensen werken eraan, om aan een akkoord te komen. Toch kunnen niet altijd alle documenten worden vertaald. Dat zou te veel tijd en geld kosten. De meeste papieren zijn slechts in een paar talen vertaald. De talrijke talen zijn voor de Europese Unie één van de grootste uitdagingen. Europa moet zich herenigen zonder alle identiteiten te verliezen!