Taalgids

nl Bijwoorden   »   pl Przysłówki

100 [honderd]

Bijwoorden

Bijwoorden

100 [sto]

Przysłówki

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Pools Geluid meer
al een keer – nog nooit j-ż-----–-j----z-----dy j-- r-- – j------ n---- j-ż r-z – j-s-c-e n-g-y ----------------------- już raz – jeszcze nigdy 0
Bent u al eens in Berlijn geweest? By- pan-/-B--a -----ju--r-- - --r-i---? B-- p-- / B--- p--- j-- r-- w B-------- B-ł p-n / B-ł- p-n- j-ż r-z w B-r-i-i-? --------------------------------------- Był pan / Była pani już raz w Berlinie? 0
Nee, nog nooit. Ni-, ----c-e nigdy. N--- j------ n----- N-e- j-s-c-e n-g-y- ------------------- Nie, jeszcze nigdy. 0
iemand – niemand k--ś - n--t k--- – n--- k-o- – n-k- ----------- ktoś – nikt 0
Kent u hier iemand? Zna--an-- pa-i--u--og--? Z-- p-- / p--- t- k----- Z-a p-n / p-n- t- k-g-ś- ------------------------ Zna pan / pani tu kogoś? 0
Nee, ik ken hier niemand. N--- --e-znam-tu n-ko--. N--- n-- z--- t- n------ N-e- n-e z-a- t- n-k-g-. ------------------------ Nie, nie znam tu nikogo. 0
nog – niet meer j-szc-- –-------e j------ – j-- n-- j-s-c-e – j-ż n-e ----------------- jeszcze – już nie 0
Blijft u nog lang hier? Z-s--nie-p-- / p-ni--u --szcze-dł---? Z------- p-- / p--- t- j------ d----- Z-s-a-i- p-n / p-n- t- j-s-c-e d-u-o- ------------------------------------- Zostanie pan / pani tu jeszcze długo? 0
Nee, ik blijf hier niet lang meer. Ni-- ----zo-t-n- tu--ług-. N--- n-- z------ t- d----- N-e- n-e z-s-a-ę t- d-u-o- -------------------------- Nie, nie zostanę tu długo. 0
nog iets – niets meer j-s---e-----–-ni- wi-cej j------ c-- – n-- w----- j-s-c-e c-ś – n-c w-ę-e- ------------------------ jeszcze coś – nic więcej 0
Wilt u nog iets drinken? C-c-a-b--pan----h-ia---- p-----i-----z--e----g-- n---ć? C------- p-- / C-------- p--- s-- j------ c----- n----- C-c-a-b- p-n / C-c-a-a-y p-n- s-ę j-s-c-e c-e-o- n-p-ć- ------------------------------------------------------- Chciałby pan / Chciałaby pani się jeszcze czegoś napić? 0
Nee, ik wil niets meer. Nie,---ż-n---w-ęcej---e---cę. N--- j-- n-- w----- n-- c---- N-e- j-ż n-c w-ę-e- n-e c-c-. ----------------------------- Nie, już nic więcej nie chcę. 0
al iets – nog niets ju---oś-- jes---- nic j-- c-- – j------ n-- j-ż c-ś – j-s-c-e n-c --------------------- już coś – jeszcze nic 0
Heeft u al iets gegeten? Czy-j-ż-pan-coś-----ł-- ---i-ju- zj-dła? C-- j-- p-- c-- z---- / p--- j-- z------ C-y j-ż p-n c-ś z-a-ł / p-n- j-ż z-a-ł-? ---------------------------------------- Czy już pan coś zjadł / pani już zjadła? 0
Nee, ik heb nog niets gegeten. Nie- n-e -ja-----/ -j-d---------ze ---z-go. N--- n-- z------ / z------ j------ n------- N-e- n-e z-a-ł-m / z-a-ł-m j-s-c-e n-c-e-o- ------------------------------------------- Nie, nie zjadłem / zjadłem jeszcze niczego. 0
nog iemand – niemand meer jesz----kto- – -ik------ej j------ k--- – n--- w----- j-s-c-e k-o- – n-k- w-ę-e- -------------------------- jeszcze ktoś – nikt więcej 0
Wil er nog iemand een kopje koffie? Chcia-by -to-----zc----a-ę? C------- k--- j------ k---- C-c-a-b- k-o- j-s-c-e k-w-? --------------------------- Chciałby ktoś jeszcze kawę? 0
Nee, niemand meer. N--,-j---ni-t. N--- j-- n---- N-e- j-ż n-k-. -------------- Nie, już nikt. 0

De Arabische taal

De Arabische taal is wereldwijd één van de belangrijkste talen. Meer dan 300 miljoen mensen spreken Arabisch. Ze leven in meer dan 20 verschillende landen. Arabisch behoort tot de Afro-Aziatische talen. Duizenden jaar geleden is de Arabische taal ontstaan. In het begin werd de taal op het Arabische schiereiland gesproken. Van daaruit werd het dan verder verspreid. Het gesproken Arabisch is heel anders dan de standaard taal. Ook zijn er vele verschillende Arabische dialecten. Je zou kunnen zeggen dat in elke regio op een andere manier wordt gesproken. De sprekers van de verschillende dialecten konden elkaar niet altijd begrijpen. Films uit Arabische landen zijn daarom ook meestal gesynchroniseerd. Alleen dan kan de gehele Arabischsprekende wereld het begrijpen. Het klassieke Arabisch wordt nog nauwelijks gesproken. Het is alleen in schriftelijke vorm te vinden. Boeken en kranten maken van de klassieke Arabische taal gebruik. Tot op heden bestaat er geen aparte Arabische vaktaal meer. Daarom komen technische termen meestal uit andere talen. Hier zijn vooral de Franse en Engelse talen aan het domineren. De interesse in het Arabisch is in de afgelopen jaren sterk toegenomen. Steeds meer mensen willen het Arabisch leren. Op elke universiteit en vele scholen worden cursussen aangeboden. Vooral het Arabische geschrift vinden veel mensen fascinerend. Er wordt van rechts naar links geschreven. Het uitspreken en de grammatica is in het Arabisch niet erg eenvoudig. Er zijn vele klanken en zinnen die in andere talen niet bekend zijn. Bij het leren moet men ook rekening houden met een bepaalde volgorde. Eerst de uitspraak, dan de grammatica en vervolgens het lettertype...