Taalgids

nl Verleden tijd 3   »   pl Przeszłość 3

83 [drieëntachtig]

Verleden tijd 3

Verleden tijd 3

83 [osiemdziesiąt trzy]

Przeszłość 3

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Pools Geluid meer
telefoneren r---awia--p--e--t-l--on r-------- p---- t------ r-z-a-i-ć p-z-z t-l-f-n ----------------------- rozmawiać przez telefon 0
Ik heb getelefoneerd. Ro--awia-e- / R---awi--am p---z-t--e-on. R---------- / R---------- p---- t------- R-z-a-i-ł-m / R-z-a-i-ł-m p-z-z t-l-f-n- ---------------------------------------- Rozmawiałem / Rozmawiałam przez telefon. 0
Ik heb de hele tijd getelefoneerd. P--e----ł---za--r-z---iał-m / r-z--wi-ła- -rz-z-t--efo-. P---- c--- c--- r---------- / r---------- p---- t------- P-z-z c-ł- c-a- r-z-a-i-ł-m / r-z-a-i-ł-m p-z-z t-l-f-n- -------------------------------------------------------- Przez cały czas rozmawiałem / rozmawiałam przez telefon. 0
vragen pytać p---- p-t-ć ----- pytać 0
Ik heb gevraagd. P-t-łe- / ---a-a-. P------ / P------- P-t-ł-m / P-t-ł-m- ------------------ Pytałem / Pytałam. 0
Ik heb steeds gevraagd. Z--sze-p--ałe--/ p-ta---. Z----- p------ / p------- Z-w-z- p-t-ł-m / p-t-ł-m- ------------------------- Zawsze pytałem / pytałam. 0
vertellen opowiad-ć o-------- o-o-i-d-ć --------- opowiadać 0
Ik heb verteld. Opow-a-ał-m ------i-dałam. O---------- / o----------- O-o-i-d-ł-m / o-o-i-d-ł-m- -------------------------- Opowiadałem / opowiadałam. 0
Ik heb het hele verhaal verteld. O-o-i--ziałem-/-O---ied---ł-m cał- h---o--ę. O------------ / O------------ c--- h-------- O-o-i-d-i-ł-m / O-o-i-d-i-ł-m c-ł- h-s-o-i-. -------------------------------------------- Opowiedziałem / Opowiedziałam całą historię. 0
leren u-zy--s-ę u---- s-- u-z-ć s-ę --------- uczyć się 0
Ik heb geleerd. Uc----m-/---zyła--si-. U------ / U------ s--- U-z-ł-m / U-z-ł-m s-ę- ---------------------- Uczyłem / Uczyłam się. 0
Ik heb de hele avond geleerd. Uc--łem - ----ł---si---r--- --ł--w--c--r. U------ / U------ s-- p---- c--- w------- U-z-ł-m / U-z-ł-m s-ę p-z-z c-ł- w-e-z-r- ----------------------------------------- Uczyłem / Uczyłam się przez cały wieczór. 0
werken p----w-ć p------- p-a-o-a- -------- pracować 0
Ik heb gewerkt. P---owa-em /-P-a-o--ła-. P--------- / P---------- P-a-o-a-e- / P-a-o-a-a-. ------------------------ Pracowałem / Pracowałam. 0
Ik heb de hele dag gewerkt. P--co---e--- Pra----łam pr-ez--a---dzień. P--------- / P--------- p---- c--- d----- P-a-o-a-e- / P-a-o-a-a- p-z-z c-ł- d-i-ń- ----------------------------------------- Pracowałem / Pracowałam przez cały dzień. 0
eten j--ć j--- j-ś- ---- jeść 0
Ik heb gegeten. Ja--em-/-J--ła-. J----- / J------ J-d-e- / J-d-a-. ---------------- Jadłem / Jadłam. 0
Ik heb het eten helemaal opgegeten. Zj-d--- / -j-d--m--a-- je--e--e. Z------ / Z------ c--- j-------- Z-a-ł-m / Z-a-ł-m c-ł- j-d-e-i-. -------------------------------- Zjadłem / Zjadłam całe jedzenie. 0

De geschiedenis van de taalkunde

Talen hebben altijd de mensen gefascineerd. De geschiedenis van de taalkunde is dan ook erg lang. De taalkunde is een systematisch onderzoek van de taal. Duizenden jaren geleden gingen de mensen al over de taal nadenken. Daarbij werden in diverse culturen verschillende systemen ontwikkeld. Zo ontstonden verschillende beschrijvingen van de talen. De hedendaagse taalkunde is voornamelijk op oude theorieën gebaseerd. Vooral in Griekenland werden vele tradities opgericht. Maar het oudst bekende werk over talen is afkomstig uit India. Het werd ongeveer 3000 jaar geleden door de grammaticus Sakatayana geschreven. In de oudheid gingen filosofen zoals Plato de talen toepassen. Romeinse auteurs gingen daarna hun theorieën verder door ontwikkelen. Ook de Arabieren ontwikkelden in de 8e eeuw de tradities van hun eigen land. Hun werk toonde al gedetailleerde beschrijvingen van de Arabische taal. In de moderne tijd wilden ze voornamelijk de afkomst van de taal onderzoeken. Geleerden waren vooral geïnteresseerd in de geschiedenis van de taal. In de 18e eeuw begonnen ze de talen met elkaar te vergelijken. Ze wilden weten hoe de talen zich verder gingen ontwikkelen. Later ging men meer op de talen als een systeem richten. In het middelpunt stond de vraag hoe de talen zullen functioneren. Tegenwoordig bestaan er binnen de taalkunde vele richtingen. Sinds de jaren '50 werden vele nieuwe disciplines ontwikkeld. Deze zijn deels sterk door andere wetenschappen beïnvloed. Voorbeelden hiervan zijn de taalpsychologie of de interculturele communicatie. De recente richtingen van de taalkunde hebben zich gespecialiseerd. Een voorbeeld hiervan is de feministische taalkunde. De geschiedenis van de taalkunde gaat nog verder door... Zolang er talen zijn, gaat de mens daarover nadenken!