Taalgids

nl Voegwoorden 1   »   no Konjunksjoner 1

94 [vierennegentig]

Voegwoorden 1

Voegwoorden 1

94 [nittifire]

Konjunksjoner 1

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Noors Geluid meer
Wacht tot het ophoudt met regenen. Ve-t --l--e----r --u-tet-å -e--e. V--- t-- d-- h-- s------ å r----- V-n- t-l d-t h-r s-u-t-t å r-g-e- --------------------------------- Vent til det har sluttet å regne. 0
Wacht tot ik klaar ben. Vent --- je--e- f--dig. V--- t-- j-- e- f------ V-n- t-l j-g e- f-r-i-. ----------------------- Vent til jeg er ferdig. 0
Wacht tot hij terugkomt. Ve-----l-han komme- til--ke. V--- t-- h-- k----- t------- V-n- t-l h-n k-m-e- t-l-a-e- ---------------------------- Vent til han kommer tilbake. 0
Ik wacht tot mijn haar droog is. J-g --nt-r-t----år-- mitt -r tø-t. J-- v----- t-- h---- m--- e- t---- J-g v-n-e- t-l h-r-t m-t- e- t-r-. ---------------------------------- Jeg venter til håret mitt er tørt. 0
Ik wacht tot de film afgelopen is. Jeg-vente- -il-f--men ---o--r. J-- v----- t-- f----- e- o---- J-g v-n-e- t-l f-l-e- e- o-e-. ------------------------------ Jeg venter til filmen er over. 0
Ik wacht tot het stoplicht groen is. Jeg-v-n-e- --l---s-- er-grø-t. J-- v----- t-- l---- e- g----- J-g v-n-e- t-l l-s-t e- g-ø-t- ------------------------------ Jeg venter til lyset er grønt. 0
Wanneer ga je op vakantie? N-- r---e--d------eri-? N-- r----- d- p- f----- N-r r-i-e- d- p- f-r-e- ----------------------- Når reiser du på ferie? 0
Nog voor de zomervakantie? F-r----me---rie-? F-- s------------ F-r s-m-e-f-r-e-? ----------------- Før sommerferien? 0
Ja, nog voor de zomervakantie begint. Ja--før-somm-rf-ri-- -e-y--er. J-- f-- s----------- b-------- J-, f-r s-m-e-f-r-e- b-g-n-e-. ------------------------------ Ja, før sommerferien begynner. 0
Repareer het dak voor de winter begint. Fi-s----e----r-vin-e-e- ----e-. F--- t---- f-- v------- k------ F-k- t-k-t f-r v-n-e-e- k-m-e-. ------------------------------- Fiks taket før vinteren kommer. 0
Was je handen voor je aan tafel gaat. V----h--d--- f----u set-er d-g--ed-b--de-. V--- h------ f-- d- s----- d-- v-- b------ V-s- h-n-e-e f-r d- s-t-e- d-g v-d b-r-e-. ------------------------------------------ Vask hendene før du setter deg ved bordet. 0
Doe het raam dicht voor je naar buiten gaat. Lukk-vind-et---r-du------t. L--- v------ f-- d- g-- u-- L-k- v-n-u-t f-r d- g-r u-. --------------------------- Lukk vinduet før du går ut. 0
Wanneer kom je naar huis? Nå--ko-mer--- hj--? N-- k----- d- h---- N-r k-m-e- d- h-e-? ------------------- Når kommer du hjem? 0
Na de les? E---r --de----n-nge-? E---- u-------------- E-t-r u-d-r-i-n-n-e-? --------------------- Etter undervisningen? 0
Ja, nadat de lessen afgelopen zijn. J-,-e---r-at -nde-v-s---ge---r-ove-. J-- e---- a- u------------- e- o---- J-, e-t-r a- u-d-r-i-n-n-e- e- o-e-. ------------------------------------ Ja, etter at undervisningen er over. 0
Nadat hij een ongeluk gehad had, kon hij niet meer werken. E-t-r-a--ha--ha-de ---- e- ul---e -u--e han -kke-j-----le--e-. E---- a- h-- h---- h--- e- u----- k---- h-- i--- j---- l------ E-t-r a- h-n h-d-e h-t- e- u-y-k- k-n-e h-n i-k- j-b-e l-n-e-. -------------------------------------------------------------- Etter at han hadde hatt en ulykke kunne han ikke jobbe lenger. 0
Nadat hij zijn baan kwijt was, is hij naar Amerika gegaan. Et-e- a- han----d- mi--e- -obben dro-h---til ----i-a. E---- a- h-- h---- m----- j----- d-- h-- t-- A------- E-t-r a- h-n h-d-e m-s-e- j-b-e- d-o h-n t-l A-e-i-a- ----------------------------------------------------- Etter at han hadde mistet jobben dro han til Amerika. 0
Nadat hij naar Amerika gegaan was, is hij rijk geworden. E--er--t h-n----de d-att til---e-i-a---e ha- ri-. E---- a- h-- h---- d---- t-- A------ b-- h-- r--- E-t-r a- h-n h-d-e d-a-t t-l A-e-i-a b-e h-n r-k- ------------------------------------------------- Etter at han hadde dratt til Amerika ble han rik. 0

Hoe gaan mensen twee talen in één keer leren

Vreemde talen worden tegenwoordig steeds belangrijker. Veel mensen leren een vreemde taal. Maar er zijn vele interessante talen op de wereld. Daarom gaan sommige mensen meerdere talen gelijktijdig leren. Het is meestal geen probleem wanneer kinderen tweetalig opgroeien. De hersenen gaan beide talen automatisch leren. Als ze groter zijn, weten ze waartoe elke taal behoort. Tweetalige mensen kennen de typische kenmerken van beide talen. Bij volwassenen is het anders. Ze kunnen niet zo gemakkelijk twee talen gelijktijdig leren. Wie twee talen gelijktijdig leren wil, moeten een paar regels in acht nemen. Allereerst is het van groot belang om beide talen te vergelijken. Talen die behoren tot dezelfde familietaal, lijken zeer veel op elkaar. Dit kan tot verwarring leiden. Daarom is het zinvol om beide talen precies te analyseren. Men kan bijvoorbeeld een lijst schrijven. Daar kunnen de overeenkomsten en verschillen opgeschreven worden. Zo moeten de hersenen zich intensief met beide talen bezighouden. Het onthoudt beter wat de specifieke kenmerken van de twee talen zijn. Ook moeten ze de eigen kleuren en dossier voor iedere taal kiezen. Dit helpt de talen duidelijk te scheiden. Het is anders wanneer u verschillende talen leert. Bij zeer verschillende talen is er geen gevaar voor verwarring. Er bestaat een risico dat de talen met elkaar vergeleken worden! Maar het zou beter zijn om de talen met de moedertaal te vergelijken. Wanneer de hersenen het contrast herkent, dan leert het efficiënter. Het is ook van groot belang dat de twee talen met gelijke mate geleerd worden. Theoretisch gezien maakt het de hersenen niets uit hoeveel talen hij leert...