Taalgids

nl Gisteren – vandaag – morgen   »   uk Вчора – сьогодні – завтра

10 [tien]

Gisteren – vandaag – morgen

Gisteren – vandaag – morgen

10 [десять]

10 [desyatʹ]

Вчора – сьогодні – завтра

[Vchora – sʹohodni – zavtra]

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Oekraïens Geluid meer
Gisteren was het zaterdag. Вчо-а-бул- ------. Вчора була субота. В-о-а б-л- с-б-т-. ------------------ Вчора була субота. 0
V-h--a-b--- ---o--. Vchora bula subota. V-h-r- b-l- s-b-t-. ------------------- Vchora bula subota.
Gisteren was ik in de bioscoop. В--р--- ----- -ул- ----но. Вчора я був / була у кіно. В-о-а я б-в / б-л- у к-н-. -------------------------- Вчора я був / була у кіно. 0
V-h--a--a---v --bula - k-no. Vchora ya buv / bula u kino. V-h-r- y- b-v / b-l- u k-n-. ---------------------------- Vchora ya buv / bula u kino.
De film was interessant. Ф-льм був -і-а-и-. Фільм був цікавий. Ф-л-м б-в ц-к-в-й- ------------------ Фільм був цікавий. 0
Fi--m-buv -s-k----̆. Filʹm buv tsikavyy-. F-l-m b-v t-i-a-y-̆- -------------------- Filʹm buv tsikavyy̆.
Vandaag is het zondag. Сьо-о-н--не-іля. Сьогодні неділя. С-о-о-н- н-д-л-. ---------------- Сьогодні неділя. 0
S-ohodn- -e----a. Sʹohodni nedilya. S-o-o-n- n-d-l-a- ----------------- Sʹohodni nedilya.
Vandaag werk ik niet. Сь-г---і - не п-ац-ю. Сьогодні я не працюю. С-о-о-н- я н- п-а-ю-. --------------------- Сьогодні я не працюю. 0
Sʹoho-n---- ne-prat----u. Sʹohodni ya ne pratsyuyu. S-o-o-n- y- n- p-a-s-u-u- ------------------------- Sʹohodni ya ne pratsyuyu.
Ik blijf thuis. Я з----а--я-вд-ма. Я залишаюся вдома. Я з-л-ш-ю-я в-о-а- ------------------ Я залишаюся вдома. 0
YA za-yshay-------oma. YA zalyshayusya vdoma. Y- z-l-s-a-u-y- v-o-a- ---------------------- YA zalyshayusya vdoma.
Morgen is het maandag. З-вт---п--е-іло-. Завтра понеділок. З-в-р- п-н-д-л-к- ----------------- Завтра понеділок. 0
Z-vtr- --ne--lok. Zavtra ponedilok. Z-v-r- p-n-d-l-k- ----------------- Zavtra ponedilok.
Morgen werk ik weer. З-втр----знову-прац-ю. Завтра я знову працюю. З-в-р- я з-о-у п-а-ю-. ---------------------- Завтра я знову працюю. 0
Z--t-- ya z--v--pr----u-u. Zavtra ya znovu pratsyuyu. Z-v-r- y- z-o-u p-a-s-u-u- -------------------------- Zavtra ya znovu pratsyuyu.
Ik werk op kantoor. Я-п-ацю-----ф--і. Я працюю в офісі. Я п-а-ю- в о-і-і- ----------------- Я працюю в офісі. 0
YA-pr--s-uyu - -fi-i. YA pratsyuyu v ofisi. Y- p-a-s-u-u v o-i-i- --------------------- YA pratsyuyu v ofisi.
Wie is dat? Х-о-це? Хто це? Х-о ц-? ------- Хто це? 0
K-to-t-e? Khto tse? K-t- t-e- --------- Khto tse?
Dat is Peter. Це -ет-о. Це Петро. Ц- П-т-о- --------- Це Петро. 0
T-- Pe-r-. Tse Petro. T-e P-t-o- ---------- Tse Petro.
Peter is student. Пе--о – --удент. Петро – студент. П-т-о – с-у-е-т- ---------------- Петро – студент. 0
Pe-ro-– s-u-e-t. Petro – student. P-t-o – s-u-e-t- ---------------- Petro – student.
Wie is dat? Хт----? Хто це? Х-о ц-? ------- Хто це? 0
Kh---ts-? Khto tse? K-t- t-e- --------- Khto tse?
Dat is Martha. Це Ма-та. Це Марта. Ц- М-р-а- --------- Це Марта. 0
Tse---r--. Tse Marta. T-e M-r-a- ---------- Tse Marta.
Martha is secretaresse. М-р-----с---ет-р--. Марта – секретарка. М-р-а – с-к-е-а-к-. ------------------- Марта – секретарка. 0
M-rt--– -ekr----ka. Marta – sekretarka. M-r-a – s-k-e-a-k-. ------------------- Marta – sekretarka.
Peter en Martha zijn vrienden. Пет-- --Ма-т- - ---з-. Петро і Марта – друзі. П-т-о і М-р-а – д-у-і- ---------------------- Петро і Марта – друзі. 0
Petr--- ----- - -r---. Petro i Marta – druzi. P-t-o i M-r-a – d-u-i- ---------------------- Petro i Marta – druzi.
Peter is de vriend van Martha. Петро - др--о- ---ти. Петро є другом Марти. П-т-о є д-у-о- М-р-и- --------------------- Петро є другом Марти. 0
P--r- ---dru--- -a-t-. Petro ye druhom Marty. P-t-o y- d-u-o- M-r-y- ---------------------- Petro ye druhom Marty.
Martha is de vriendin van Peter. Мар-а-є-п-др--о---етра. Марта є подругою Петра. М-р-а є п-д-у-о- П-т-а- ----------------------- Марта є подругою Петра. 0
M-rta y---od-uh-y---e-r-. Marta ye podruhoyu Petra. M-r-a y- p-d-u-o-u P-t-a- ------------------------- Marta ye podruhoyu Petra.

Leren in slaap

Vreemde talen behoren nu tot het algemeen onderwijs. Als het leren nu maar niet zo moeilijk was! Voor degenen die moeite daarmee hebben is er goed nieuws. Omdat we in ons slaap het meest effectief leren! Voor dit resultaat zijn meerder wetenschappelijke onderzoeken geweest. En we kunnen ze gewoon voor het leren van talen gebruiken! In de slaap gaan wij de ervaringen van de afgelopen dag verwerken. Onze hersenen analyseren de nieuwe indrukken. Alles wat we ervaren hebben wordt nog eens goed over nagedacht. Daarmee gaat de nieuwe inhoud in onze hersenen verstevigen. Alles wordt voor het inslapen bijzonder goed opgeslagen. Daarom kan het helpen om belangrijke dingen 's avonds te herhalen. Voor elke leerinhoud is een andere slaapfase verantwoordelijk. De droomslaap ondersteunt het psychomotorische leren. Hiertoe behoren bijvoorbeeld muziek of sport. Het leren van pure kennis gebeurt echter in diepe slaap. Hier wordt alles wat we bij het leren opnemen herhaald. Waaronder woordenschat en grammatica! Als we talen leren moeten onze hersenen veel werken. Het moet nieuwe woorden en nieuwe regels opslaan. Tijdens de slaap wordt alles opnieuw afgespeeld. Onderzoekers noemen dit een herhalingstheorie. Maar het is van groot belang dat u goed slaapt. Lichaam en geest moeten goed rusten. Alleen dan kunnen de hersenen efficiënt werken. Men zou kunnen zeggen: Goed slapen, goed geheugen. Terwijl we ons rusten zijn onze hersenen nog steeds actief ... En dan: Gute Nacht, good night, buona notte, dobrou noc!
Wist je dat?
Het Brits-Engels is een soort Engels dat in Groot-Brittannië wordt gesproken. Het behoort tot de West-Germaanse talen. Voor ongeveer 60 miljoen mensen is het de moedertaal. Op een paar punten zijn er verschillen met het Amerikaans-Engels. Men spreekt dan ook van het Engels als meervoudige taal. Dit betekent dat het een taal is met verschillende standaardvarianten. Afwijkingen kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op de uitspraak, woordenschat en spelling. Brits-Engels is verdeeld in vele dialecten, waarvan sommige zeer verschillend zijn. Voor lange tijd werden dialectsprekers als ongeschoold beschouwd en konden weinig goede beroepen uitoefenen. Dit is tegenwoordig wel anders, ook als dialecten in Groot-Brittannië nog steeds een rol spelen. In het Brits-Engels zijn vele invloeden uit het Frans te vinden. Dit gaat terug tot de verovering van Engeland door de Noormannen in 1066. In de koloniale tijd bracht Groot-Brittannië zijn taal weer naar andere continenten. Zo is het Engels in de afgelopen eeuwen de belangrijkste taal ter wereld geworden... Leer Engels, maar dan wel het origineel!