Taalgids

nl Op het postkantoor   »   es En la oficina de correos

59 [negenenvijftig]

Op het postkantoor

Op het postkantoor

59 [cincuenta y nueve]

En la oficina de correos

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Spaans Geluid meer
Waar is het dichtstbijzijnde postkantoor? ¿----e--s-á l--o--c-n--d--c-r-----má- -erc--a? ¿----- e--- l- o------ d- c------ m-- c------- ¿-ó-d- e-t- l- o-i-i-a d- c-r-e-s m-s c-r-a-a- ---------------------------------------------- ¿Dónde está la oficina de correos más cercana?
Is het ver naar het volgende postkantoor? ¿-s-- mu--le-os--- ---cin- de-c---eos------er--n-? ¿---- m-- l---- l- o------ d- c------ m-- c------- ¿-s-á m-y l-j-s l- o-i-i-a d- c-r-e-s m-s c-r-a-a- -------------------------------------------------- ¿Está muy lejos la oficina de correos más cercana?
Waar is de dichtstbijzijnde brievenbus? ¿Dó--e-e--- -l --zó- -ás-c-r--n-? ¿----- e--- e- b---- m-- c------- ¿-ó-d- e-t- e- b-z-n m-s c-r-a-o- --------------------------------- ¿Dónde esta el buzón más cercano?
Ik heb een paar postzegels nodig. N-c--i-- -----r-d----l-o-. N------- u- p-- d- s------ N-c-s-t- u- p-r d- s-l-o-. -------------------------- Necesito un par de sellos.
Voor een kaart en een brief. P----una p--t-- - --ra un- --rt-. P--- u-- p----- y p--- u-- c----- P-r- u-a p-s-a- y p-r- u-a c-r-a- --------------------------------- Para una postal y para una carta.
Hoe duur is de port naar Amerika? S---¿--á--- c------e--f---que- -a-a-A-é--c-? S-- ¿------ c----- e- f------- p--- A------- S-, ¿-u-n-o c-e-t- e- f-a-q-e- p-r- A-é-i-a- -------------------------------------------- Sí, ¿cuánto cuesta el franqueo para América?
Hoe zwaar is dat pakket? ¿Cu--to-p-sa el p--u-te? ¿------ p--- e- p------- ¿-u-n-o p-s- e- p-q-e-e- ------------------------ ¿Cuánto pesa el paquete?
Kan ik het per luchtpost sturen? ¿----- -andarlo po--corr-o a-r--? ¿----- m------- p-- c----- a----- ¿-u-d- m-n-a-l- p-r c-r-e- a-r-o- --------------------------------- ¿Puedo mandarlo por correo aéreo?
Hoe lang duurt het voor het aankomt? ¿Cu---- ---d- e--l-----? ¿------ t---- e- l------ ¿-u-n-o t-r-a e- l-e-a-? ------------------------ ¿Cuánto tarda en llegar?
Waar kan ik telefoneren? ¿-ónd--pu-do--a-er ----l---ad-? ¿----- p---- h---- u-- l------- ¿-ó-d- p-e-o h-c-r u-a l-a-a-a- ------------------------------- ¿Dónde puedo hacer una llamada?
Waar is de dichtstbijzijnde telefooncel? ¿----e--stá--- ca-ina--e --l--o----á- pr-----? ¿----- e--- l- c----- d- t------- m-- p------- ¿-ó-d- e-t- l- c-b-n- d- t-l-f-n- m-s p-ó-i-a- ---------------------------------------------- ¿Dónde está la cabina de teléfono más próxima?
Heeft u telefoonkaarten? ¿-i--e (-s--d) --r---a- d- -eléfono? ¿----- (------ t------- d- t-------- ¿-i-n- (-s-e-) t-r-e-a- d- t-l-f-n-? ------------------------------------ ¿Tiene (usted) tarjetas de teléfono?
Heeft u een telefoonboek? ¿Tien--(-sted) -n- gu---d- te--f---s? ¿----- (------ u-- g--- d- t--------- ¿-i-n- (-s-e-) u-a g-í- d- t-l-f-n-s- ------------------------------------- ¿Tiene (usted) una guía de teléfonos?
Kent u het landnummer van Oostenrijk? ¿---e ----ed---uál-e---l ----g- pa-a l-a-ar-- A----ia? ¿---- (------ c--- e- e- c----- p--- l----- a A------- ¿-a-e (-s-e-) c-á- e- e- c-d-g- p-r- l-a-a- a A-s-r-a- ------------------------------------------------------ ¿Sabe (usted) cuál es el código para llamar a Austria?
Een ogenblik, ik zoek het op. U--mom---o--v-y a-m-r--. U- m------- v-- a m----- U- m-m-n-o- v-y a m-r-r- ------------------------ Un momento, voy a mirar.
De lijn is steeds bezet. L- l---a--st- -ie---e-o------. L- l---- e--- s------ o------- L- l-n-a e-t- s-e-p-e o-u-a-a- ------------------------------ La línea está siempre ocupada.
Welk nummer heeft u gekozen? ¿-u- núm--- ---ma---d-? ¿--- n----- h- m------- ¿-u- n-m-r- h- m-r-a-o- ----------------------- ¿Qué número ha marcado?
U moet eerst een nul kiezen! ¡-r----- h-y qu- m-rc-- -n -er-! ¡------- h-- q-- m----- u- c---- ¡-r-m-r- h-y q-e m-r-a- u- c-r-! -------------------------------- ¡Primero hay que marcar un cero!

Gevoelens spreken ook verschillende talen!

Wereldwijd worden er veel verschillende talen gesproken. Een universele menselijke taal bestaat niet. Maar hoe is dat met onze gelaatsuitdrukkingen? Is de taal van gevoelens algemeen hetzelfde? Nee, ook hier zijn er verschillen! Lang geloofde men dat alle mensen dat het uiten van gevoelens gelijk waren. De taal van de gelaatsuitdrukkingen werd als algemeen begrijpbaar gezien. Charles Darwin geloofde dat gevoelens van vitaal belang waren voor de mens. Daarom moeten ze in alle culturen gelijk worden opgevat. Recente onderzoeken komen echter tot een andere conclusie. Ze tonen aan dat zelfs in de taal de gevoelens ook verschillend zijn. Dit betekent dat onze gelaatsuitdrukkingen door onze cultuur wordt beïnvloed. Daarom worden menselijke gevoelens wereldwijd anders vertoond en geïnterpreteerd. Wetenschappers onderscheiden zes primaire emoties. Deze zijn vreugde, verdriet, woede, afschuw, angst en verbazing. Maar de Europeanen hebben een andere gelaatsuitdrukking dan Aziaten. Ook lezen ze andere dingen in dezelfde gezichten. Dat hebben verschillende experimenten bevestigd. Hier kregen de testpersonen op een computer gezichten getoond. De testpersonen moesten beschrijven wat ze in hun gezichten konden lezen. Dat de resultaten verschillend waren had meerdere redenen. Op deze manier werden gevoelens in sommige culturen sterker aangetoond dan in andere. De intensiteit van de gelaatsuitdrukkingen wordt daarom niet overal hetzelfde begrepen. Ook gingen de mensen uit verschillende culturen aan andere dingen aandacht besteden. Aziaten kijken naar de ogen bij het lezen van gezichten. Europeanen en Amerikanen kijken echter ook op de lippen. Een gezichtsuitdrukking wordt echter in alle culturen begrepen ... Dat is een mooie glimlach!