Taalgids

nl Grote schoonmaak   »   ta வீட்டை சுத்தம் செய்தல்

18 [achttien]

Grote schoonmaak

Grote schoonmaak

18 [பதினெட்டு]

18 [Patiṉeṭṭu]

வீட்டை சுத்தம் செய்தல்

[vīṭṭai cuttam ceytal]

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Tamil Geluid meer
Vandaag is het zaterdag. இன்ற------்க--மை. இ---- ச---------- இ-்-ு ச-ி-்-ி-ம-. ----------------- இன்று சனிக்கிழமை. 0
iṉ-- ca--k---a---. i--- c------------ i-ṟ- c-ṉ-k-i-a-a-. ------------------ iṉṟu caṉikkiḻamai.
Vandaag hebben we tijd. இன-று-நம-----ச--ி-- -ம-ம---ரு-்--றது. இ---- ந----- ச----- ச---- இ---------- இ-்-ு ந-க-க- ச-ற-த- ச-ய-் இ-ு-்-ி-த-. ------------------------------------- இன்று நமக்கு சிறிது சமயம் இருக்கிறது. 0
Iṉṟu-----kk--ci--tu-ca--y-m --u-k--at-. I--- n------ c----- c------ i---------- I-ṟ- n-m-k-u c-ṟ-t- c-m-y-m i-u-k-ṟ-t-. --------------------------------------- Iṉṟu namakku ciṟitu camayam irukkiṟatu.
Vandaag maken we het huis schoon. இ-்-ு ந-ங-கள- வ----ை ---்--் ச-ய்த- க-ண-டு-இ----க-றோ-். இ---- ந------ வ----- ச------ ச----- க----- இ----------- இ-்-ு ந-ங-க-் வ-ட-ட- ச-த-த-் ச-ய-த- க-ண-ட- இ-ு-்-ி-ோ-்- ------------------------------------------------------- இன்று நாங்கள் வீட்டை சுத்தம் செய்து கொண்டு இருக்கிறோம். 0
Iṉṟu-n-ṅ------ṭṭ-i -u-t-m---ytu-k---u-irukkiṟ-m. I--- n----- v----- c----- c---- k---- i--------- I-ṟ- n-ṅ-a- v-ṭ-a- c-t-a- c-y-u k-ṇ-u i-u-k-ṟ-m- ------------------------------------------------ Iṉṟu nāṅkaḷ vīṭṭai cuttam ceytu koṇṭu irukkiṟōm.
Ik maak de badkamer schoon. நான-----ி----றை-ை சுத்த----ெ-்-ு ---்-- இ--க-கி--ன-. ந--- க----------- ச------ ச----- க----- இ----------- ந-ன- க-ள-ய-்-ற-ய- ச-த-த-் ச-ய-த- க-ண-ட- இ-ு-்-ி-ே-்- ---------------------------------------------------- நான் குளியல்அறையை சுத்தம் செய்து கொண்டு இருக்கிறேன். 0
Nā- kuḷiyal---i--i-c-t-a- ---t--k---- ir--kiṟ--. N-- k------------- c----- c---- k---- i--------- N-ṉ k-ḷ-y-l-ṟ-i-a- c-t-a- c-y-u k-ṇ-u i-u-k-ṟ-ṉ- ------------------------------------------------ Nāṉ kuḷiyalaṟaiyai cuttam ceytu koṇṭu irukkiṟēṉ.
Mijn man wast de auto. என----வ-் வ--ட-யை -ழு----க-ண--ு-----்கிறா--. எ-- க---- வ------ க------------ இ----------- எ-் க-வ-் வ-்-ி-ை க-ு-ி-்-ொ-்-ு இ-ு-்-ி-ா-்- -------------------------------------------- என் கணவர் வண்டியை கழுவிக்கொண்டு இருக்கிறார். 0
E- --ṇ-v-- vaṇ--y-i ---u--kkoṇṭ--ir--kiṟ-r. E- k------ v------- k----------- i--------- E- k-ṇ-v-r v-ṇ-i-a- k-ḻ-v-k-o-ṭ- i-u-k-ṟ-r- ------------------------------------------- Eṉ kaṇavar vaṇṭiyai kaḻuvikkoṇṭu irukkiṟār.
De kinderen maken de fietsen schoon. கு--்தை--் சைக--ிள்கள- --------செய--- க--்-ு -ர-க்-ின-----. க--------- ச---------- ச------ ச----- க----- இ------------- க-ழ-்-ை-ள- ச-க-க-ள-க-ை ச-த-த-் ச-ய-த- க-ண-ட- இ-ு-்-ி-்-ன-்- ----------------------------------------------------------- குழந்தைகள் சைக்கிள்களை சுத்தம் செய்து கொண்டு இருக்கின்றனர். 0
K--an--i-a--caikk--ka-a--cu---m --y-------u --uk-iṉ-aṉ-r. K---------- c----------- c----- c---- k---- i------------ K-ḻ-n-a-k-ḷ c-i-k-ḷ-a-a- c-t-a- c-y-u k-ṇ-u i-u-k-ṉ-a-a-. --------------------------------------------------------- Kuḻantaikaḷ caikkiḷkaḷai cuttam ceytu koṇṭu irukkiṉṟaṉar.
Grootmoeder geeft de planten water. ப-ட்---ச--ிகள-க-----ீ-- ப--்--சி-்--ண்ட- இருக---ற-ர். ப----- ச---------- ந--- ப--------------- இ----------- ப-ட-ட- ச-ட-க-ு-்-ு ந-ர- ப-ய-ச-ச-க-க-ண-ட- இ-ு-்-ி-ா-்- ----------------------------------------------------- பாட்டி செடிகளுக்கு நீர் பாய்ச்சிக்கொண்டு இருக்கிறார். 0
P---i--eṭ--a-uk-u--ī- -ā---i--o-ṭu i-ukki---. P---- c---------- n-- p----------- i--------- P-ṭ-i c-ṭ-k-ḷ-k-u n-r p-y-c-k-o-ṭ- i-u-k-ṟ-r- --------------------------------------------- Pāṭṭi ceṭikaḷukku nīr pāyccikkoṇṭu irukkiṟār.
De kinderen ruimen de kinderkamer op. க--ந்தைகள---ுழந்---ளி-- ----ை-சுத்-ம- -ெய-த---ொ---- -ர--்க-ன-றன--. க--------- க----------- அ---- ச------ ச----- க----- இ------------- க-ழ-்-ை-ள- க-ழ-்-ை-ள-ன- அ-ை-ை ச-த-த-் ச-ய-த- க-ண-ட- இ-ு-்-ி-்-ன-்- ------------------------------------------------------------------ குழந்தைகள் குழந்தைகளின் அறையை சுத்தம் செய்து கொண்டு இருக்கின்றனர். 0
Kuḻa---i-----u-ant--k-ḷiṉ----i-ai-c-ttam-c--tu--o--u---ukki-ṟa---. K---------- k------------ a------ c----- c---- k---- i------------ K-ḻ-n-a-k-ḷ k-ḻ-n-a-k-ḷ-ṉ a-a-y-i c-t-a- c-y-u k-ṇ-u i-u-k-ṉ-a-a-. ------------------------------------------------------------------ Kuḻantaikaḷ kuḻantaikaḷiṉ aṟaiyai cuttam ceytu koṇṭu irukkiṉṟaṉar.
Mijn man ruimt zijn bureau op. எ-் -ணவர---ன் -ேச----ச--்--- செ--த- -------இ-----ிற--். எ-- க---- த-- ம----- ச------ ச----- க----- இ----------- எ-் க-வ-் த-் ம-ச-ய- ச-த-த-் ச-ய-த- க-ண-ட- இ-ு-்-ி-ா-்- ------------------------------------------------------- என் கணவர் தன் மேசையை சுத்தம் செய்து கொண்டு இருக்கிறார். 0
E--kaṇa-a- -------ai-ai--u-----cey---ko-ṭu -ruk-iṟār. E- k------ t-- m------- c----- c---- k---- i--------- E- k-ṇ-v-r t-ṉ m-c-i-a- c-t-a- c-y-u k-ṇ-u i-u-k-ṟ-r- ----------------------------------------------------- Eṉ kaṇavar taṉ mēcaiyai cuttam ceytu koṇṭu irukkiṟār.
Ik doe de was in de wasmachine. நா-- -ல---் த------ -ா--ங- -ெஷ--ில்----்-ு---க--்டு இருக்க---ன். ந--- ச----- த------ வ----- ம------- ப------- க----- இ----------- ந-ன- ச-வ-த- த-ண-க-ை வ-ஷ-ங- ம-ஷ-ன-ல- ப-ட-ட-க- க-ண-ட- இ-ு-்-ி-ே-்- ---------------------------------------------------------------- நான் சலவைத் துணிகளை வாஷிங் மெஷினில் போட்டுக் கொண்டு இருக்கிறேன். 0
Nā- -al-va-- tu--k-ḷ-i --ṣ-ṅ-me----l pōṭṭu---oṇ---irukk--ē-. N-- c------- t-------- v---- m------ p----- k---- i--------- N-ṉ c-l-v-i- t-ṇ-k-ḷ-i v-ṣ-ṅ m-ṣ-ṉ-l p-ṭ-u- k-ṇ-u i-u-k-ṟ-ṉ- ------------------------------------------------------------ Nāṉ calavait tuṇikaḷai vāṣiṅ meṣiṉil pōṭṭuk koṇṭu irukkiṟēṉ.
Ik hang de was op. நா-் ச--ை-்-துண-க---தொங்---ிட-டு----ொ--டு -ரு-்-ிற-ன். ந--- ச----- த------ த---- வ------- க----- இ----------- ந-ன- ச-வ-த- த-ண-க-ை த-ங-க வ-ட-ட-க- க-ண-ட- இ-ு-்-ி-ே-்- ------------------------------------------------------ நான் சலவைத் துணிகளை தொங்க விட்டுக் கொண்டு இருக்கிறேன். 0
N-- cal--a-t tuṇ-ka--- -oṅ-- v-ṭ-uk-koṇṭ- ---k-iṟē-. N-- c------- t-------- t---- v----- k---- i--------- N-ṉ c-l-v-i- t-ṇ-k-ḷ-i t-ṅ-a v-ṭ-u- k-ṇ-u i-u-k-ṟ-ṉ- ---------------------------------------------------- Nāṉ calavait tuṇikaḷai toṅka viṭṭuk koṇṭu irukkiṟēṉ.
Ik strijk de kleren. நான்-து-ிக-- இ--த-ர-----்து --ண--ு-இர-க-கிற--். ந--- த------ இ------ ச----- க----- இ----------- ந-ன- த-ண-க-ை இ-்-ி-ி ச-ய-த- க-ண-ட- இ-ு-்-ி-ே-்- ----------------------------------------------- நான் துணிகளை இஸ்திரி செய்து கொண்டு இருக்கிறேன். 0
N-- -uṇ--aḷ-i--sti---ce-t---oṇ-u i--kkiṟ-ṉ. N-- t-------- i----- c---- k---- i--------- N-ṉ t-ṇ-k-ḷ-i i-t-r- c-y-u k-ṇ-u i-u-k-ṟ-ṉ- ------------------------------------------- Nāṉ tuṇikaḷai istiri ceytu koṇṭu irukkiṟēṉ.
De ramen zijn vuil. ஜன-னல்கள் -ழு----க உ-்ளன. ஜ-------- அ------- உ----- ஜ-்-ல-க-் அ-ு-்-ா- உ-்-ன- ------------------------- ஜன்னல்கள் அழுக்காக உள்ளன. 0
J-ṉṉ---a----uk-----uḷḷ-ṉ-. J-------- a------- u------ J-ṉ-a-k-ḷ a-u-k-k- u-ḷ-ṉ-. -------------------------- Jaṉṉalkaḷ aḻukkāka uḷḷaṉa.
De vloer is vuil. த---அழ----ாக-உ--ளது. த-- அ------- உ------ த-ை அ-ு-்-ா- உ-்-த-. -------------------- தரை அழுக்காக உள்ளது. 0
T--a- -ḻukk-------a-u. T---- a------- u------ T-r-i a-u-k-k- u-ḷ-t-. ---------------------- Tarai aḻukkāka uḷḷatu.
De afwas is vuil. பா-----ங்க-் அழு--கா- உள--ன. ப----------- அ------- உ----- ப-த-த-ர-்-ள- அ-ு-்-ா- உ-்-ன- ---------------------------- பாத்திரங்கள் அழுக்காக உள்ளன. 0
P---i-------a---kāk- -ḷ-a-a. P---------- a------- u------ P-t-i-a-k-ḷ a-u-k-k- u-ḷ-ṉ-. ---------------------------- Pāttiraṅkaḷ aḻukkāka uḷḷaṉa.
Wie maakt de ramen schoon? ஜன்-ல்க-ை-ய-ர்-ச--்----------றார--ள-? ஜ-------- ய--- ச------ ச------------- ஜ-்-ல-க-ை ய-ர- ச-த-த-் ச-ய-க-ற-ர-க-்- ------------------------------------- ஜன்னல்களை யார் சுத்தம் செய்கிறார்கள்? 0
J-ṉṉ--kaḷ-- -ā--cu-t----ey-i-ā-kaḷ? J---------- y-- c----- c----------- J-ṉ-a-k-ḷ-i y-r c-t-a- c-y-i-ā-k-ḷ- ----------------------------------- Jaṉṉalkaḷai yār cuttam ceykiṟārkaḷ?
Wie stofzuigt? வ---வம- --ூசு உ-ி---ல----ர----ய-கி-ா--கள-? வ------ /---- உ------- ய--- ச------------- வ-க-வ-் /-ூ-ு உ-ி-்-ல- ய-ர- ச-ய-க-ற-ர-க-்- ------------------------------------------ வாகுவம் /தூசு உறிஞ்சல் யார் செய்கிறார்கள்? 0
V-k-vam/--cu --iñ-a--yā---eyki-ārk-ḷ? V----------- u------ y-- c----------- V-k-v-m-t-c- u-i-c-l y-r c-y-i-ā-k-ḷ- ------------------------------------- Vākuvam/tūcu uṟiñcal yār ceykiṟārkaḷ?
Wie doet de afwas? பா--திர--க-ை ய--- ----ுக-ற-ர-கள்? ப----------- ய--- க-------------- ப-த-த-ர-்-ள- ய-ர- க-ு-ு-ி-ா-்-ள-? --------------------------------- பாத்திரங்களை யார் கழுவுகிறார்கள்? 0
P-t-i--ṅ---a--y-r--aḻ-v--i-ā-kaḷ? P------------ y-- k-------------- P-t-i-a-k-ḷ-i y-r k-ḻ-v-k-ṟ-r-a-? --------------------------------- Pāttiraṅkaḷai yār kaḻuvukiṟārkaḷ?

Vroeg leren

Vreemde talen zullen steeds belangrijker worden. Dit geldt ook voor het beroepsleven. Het aantal mensen dat de vreemde talen gaat leren, neemt daarom sterk toe. Ook veel ouders willen dat hun kinderen talen gaat leren. Het liefst op jonge leeftijd. Wereldwijd zijn er al vele internationale basisscholen. Ook kleuterscholen met meertalig onderwijs worden steeds populairder. Dus vroeg beginnen met het leren heeft veel voordelen. Dit ligt aan de ontwikkeling van de hersenen. Tot en met het vierde levensjaar vormen zich in de hersenen structuren voor de taal. Deze neurale netwerken helpen ons bij het leren. Op oudere leeftijd zullen nieuwe structuren minder goed gaan vormen. Oudere kinderen en volwassenen leren talen veel moeilijker. Daarom moeten we de vroege ontwikkeling van onze hersenen actief bevorderen. In het kort: hoe jonger, hoe beter. Er zijn ook mensen die het vroeg leren bekritiseren. Zij vrezen dat de meertaligheid te veel is voor jonge kinderen. Ook bestaat het gevaar dat kinderen geen enkele taal goed gaan leren. Vanuit wetenschappelijk oogpunt zijn deze twijfels echter ongegrond. De meeste taalkundigen en neuropsychologen zijn optimistisch. Het onderzoek over dit thema brengt positieve resultaten met zich mee. Zo vermaken de meeste kinderen zich in het taalonderwijs. En als kinderen talen leren, gaan ze ook over de taal nadenken. Ook leren ze door de vreemde talen ook hun eigen moedertaal. Vanuit deze kennis van talen zullen zij van hun leven profiteren. Misschien is het nog beter om te beginnen met een moeilijke taal. Dan gaan de hersenen van de kinderen snel en intuïtief leren. Het maakt niets uit of ze nu hello, ciao of néih hóu onthouden.
Wist je dat?
Hindi behoort tot de Indo-Arische talen. Het wordt gesproken in de meeste landen van Noord- en Centraal-India. Hindi is nauw gerelateerd aan het Urdu, die vooral wordt gesproken in Pakistan. Kortom, de twee talen zijn vrijwel identiek. Het belangrijkste verschil is in de Schrift. Hindi is geschreven in Devanagari. Urdu daarentegen maakt gebruik van het Arabisch symboolsysteem. Kenmerkend voor het Hindi zijn de vele dialecten. Vanwege de grootte van het land verschillen ze soms aanzienlijk van elkaar. Voor ongeveer 370 miljoen mensen is Hindi de moedertaal. Daarnaast zijn er nog minstens 150 miljoen mensen die Hindi spreken als tweede taal. Daarmee behoort Hindi tot de meest gesproken talen ter wereld. Na Chinees staat het op de tweede plaats. Het staat dus nog voor het Spaans en het Engels! En de invloed van India groeit overal ter wereld zeer snel!