Taalgids

nl Lichaamsdelen   »   ta உடல் உறுப்புக்கள்

58 [achtenvijftig]

Lichaamsdelen

Lichaamsdelen

58 [ஐம்பத்தி எட்டு]

58 [Aimpatti eṭṭu]

உடல் உறுப்புக்கள்

[uṭal uṟuppukkaḷ]

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Tamil Geluid meer
Ik ben een man aan het tekenen. ந-ன----ு-மனி---ர--ம் --ைந-து--ொ--ட-ரு-்-ிறேன-. ந--- ஒ-- ம--- உ----- வ------ க---------------- ந-ன- ஒ-ு ம-ி- உ-ு-ம- வ-ை-்-ு க-ண-ட-ர-க-க-ற-ன-. ---------------------------------------------- நான் ஒரு மனித உருவம் வரைந்து கொண்டிருக்கிறேன். 0
nāṉ-oru ----t--uruvam--ar-in-u k-----u-k---ṉ. n-- o-- m----- u----- v------- k------------- n-ṉ o-u m-ṉ-t- u-u-a- v-r-i-t- k-ṇ-i-u-k-ṟ-ṉ- --------------------------------------------- nāṉ oru maṉita uruvam varaintu koṇṭirukkiṟēṉ.
Eerst het hoofd. ம-தல--- தலை. ம------ த--- ம-த-ி-் த-ை- ------------ முதலில் தலை. 0
Mu---i- ---ai. M------ t----- M-t-l-l t-l-i- -------------- Mutalil talai.
De man draagt een hoed. மன-த-- தொ--ப- -ோட---க் க--்-ிர-க்--ற-ன். ம----- த----- ப------- க---------------- ம-ி-ன- த-ப-ப- ப-ட-ட-க- க-ண-ட-ர-க-க-ற-ன-. ---------------------------------------- மனிதன் தொப்பி போட்டுக் கொண்டிருக்கிறான். 0
Maṉ--a-----p--p---u- -oṇṭir-k-iṟ-ṉ. M------ t---- p----- k------------- M-ṉ-t-ṉ t-p-i p-ṭ-u- k-ṇ-i-u-k-ṟ-ṉ- ----------------------------------- Maṉitaṉ toppi pōṭṭuk koṇṭirukkiṟāṉ.
Je kan zijn haar niet zien. அ---ு---ைம-ி-்--ெ----ி---ை. அ---- த------- த----------- அ-ன-ு த-ை-ய-ர- த-ர-ய-ி-்-ை- --------------------------- அவனது தலைமயிர் தெரியவில்லை. 0
A--ṉa-- ta-a-m---r --r--avi--ai. A------ t--------- t------------ A-a-a-u t-l-i-a-i- t-r-y-v-l-a-. -------------------------------- Avaṉatu talaimayir teriyavillai.
Je kan ook zijn oren niet zien. அ---- -ாத--்-தெர---ில்லை. அ---- க----- த----------- அ-ன-ு க-த-ம- த-ர-ய-ி-்-ை- ------------------------- அவனது காதும் தெரியவில்லை. 0
A--ṉa-u k-tu- -er-ya-illai. A------ k---- t------------ A-a-a-u k-t-m t-r-y-v-l-a-. --------------------------- Avaṉatu kātum teriyavillai.
Je kan ook zijn rug niet zien. அ--து பின-ப--ம-ம---ெ--ய--ல்-ை. அ---- ப---------- த----------- அ-ன-ு ப-ன-ப-ற-ு-் த-ர-ய-ி-்-ை- ------------------------------ அவனது பின்புறமும் தெரியவில்லை. 0
Avaṉa-- -iṉp-ṟa--- --ri--vi---i. A------ p--------- t------------ A-a-a-u p-ṉ-u-a-u- t-r-y-v-l-a-. -------------------------------- Avaṉatu piṉpuṟamum teriyavillai.
Ik ben de ogen en de mond aan het tekenen. ந-ன- கண்---- வ-யும்----ந--ு--ொண--ிருக-------. ந--- க------ வ----- வ------ க---------------- ந-ன- க-்-ு-் வ-ய-ம- வ-ை-்-ு க-ண-ட-ர-க-க-ற-ன-. --------------------------------------------- நான் கண்ணும் வாயும் வரைந்து கொண்டிருக்கிறேன். 0
N---k--ṇ---vāyu- -a---n-- k-ṇ----k--ṟē-. N-- k----- v---- v------- k------------- N-ṉ k-ṇ-u- v-y-m v-r-i-t- k-ṇ-i-u-k-ṟ-ṉ- ---------------------------------------- Nāṉ kaṇṇum vāyum varaintu koṇṭirukkiṟēṉ.
De man danst en lacht. அ----ம----் --னம--ி-்--ண----்--ி---்-ு--கொ--ட-ம் -ர-----ற-ன். அ--- ம----- ந---------------- ச----------------- இ----------- அ-்- ம-ி-ன- ந-ன-ா-ி-்-ொ-்-ு-் ச-ர-த-த-க-க-ண-ட-ம- இ-ு-்-ி-ா-்- ------------------------------------------------------------- அந்த மனிதன் நடனமாடிக்கொண்டும் சிரித்துக்கொண்டும் இருக்கிறான். 0
A-ta ma-i-aṉ naṭ-ṉ---ṭi-k----m-c---ttu-k-ṇ----------ṟ--. A--- m------ n---------------- c------------- i--------- A-t- m-ṉ-t-ṉ n-ṭ-ṉ-m-ṭ-k-o-ṭ-m c-r-t-u-k-ṇ-u- i-u-k-ṟ-ṉ- -------------------------------------------------------- Anta maṉitaṉ naṭaṉamāṭikkoṇṭum cirittukkoṇṭum irukkiṟāṉ.
De man heeft een lange neus. இந-த மனி--ு-்க--மூ-்-ு----ம-க இ-ு-்-ிற--. இ--- ம--------- ம----- ந----- இ---------- இ-்- ம-ி-ன-க-க- ம-க-க- ந-ள-ா- இ-ு-்-ி-த-. ----------------------------------------- இந்த மனிதனுக்கு மூக்கு நீளமாக இருக்கிறது. 0
Int----ṉ--aṉ-k-u-m--ku -īḷ-māk--irukk-ṟ-tu. I--- m---------- m---- n------- i---------- I-t- m-ṉ-t-ṉ-k-u m-k-u n-ḷ-m-k- i-u-k-ṟ-t-. ------------------------------------------- Inta maṉitaṉukku mūkku nīḷamāka irukkiṟatu.
Hij draagt een stok in zijn handen. அ--- -ையில---ர--க-்-- வ-த்--க்-ொண்ட--இ-ுக----ா--. அ--- க----- ஒ-- க---- வ------------- இ----------- அ-ன- க-ய-ல- ஒ-ு க-்-ு வ-த-த-க-க-ண-ட- இ-ு-்-ி-ா-்- ------------------------------------------------- அவன் கையில் ஒரு கம்பு வைத்துக்கொண்டு இருக்கிறான். 0
A-aṉ -a---l -r--k-m-u--ait-ukk-ṇṭu----k---āṉ. A--- k----- o-- k---- v----------- i--------- A-a- k-i-i- o-u k-m-u v-i-t-k-o-ṭ- i-u-k-ṟ-ṉ- --------------------------------------------- Avaṉ kaiyil oru kampu vaittukkoṇṭu irukkiṟāṉ.
Hij draagt ook een sjaal om zijn nek. அ-ன் -ழ--்-ில் ஒர- --ு-்த-------ட--கட்ட--்--ொண்-- இரு-்க--ான-. அ--- க-------- ஒ-- க-------------- க------ க----- இ----------- அ-ன- க-ு-்-ி-் ஒ-ு க-ு-்-ு-்-ு-்-ை க-்-ி-் க-ண-ட- இ-ு-்-ி-ா-்- -------------------------------------------------------------- அவன் கழுத்தில் ஒரு கழுத்துக்குட்டை கட்டிக் கொண்டு இருக்கிறான். 0
Ava- -aḻu---l oru-ka--t-u---ṭ-ai---ṭ--k k-ṇṭu-iru-k----. A--- k------- o-- k------------- k----- k---- i--------- A-a- k-ḻ-t-i- o-u k-ḻ-t-u-k-ṭ-a- k-ṭ-i- k-ṇ-u i-u-k-ṟ-ṉ- -------------------------------------------------------- Avaṉ kaḻuttil oru kaḻuttukkuṭṭai kaṭṭik koṇṭu irukkiṟāṉ.
Het is winter en het is koud. இது--ு-ிர்காலம--என-- குள-ர-- --ுக்--ற-ு. இ-- க---------- எ--- க------ இ---------- இ-ு க-ள-ர-க-ல-் எ-வ- க-ள-ர-க இ-ு-்-ி-த-. ---------------------------------------- இது குளிர்காலம் எனவே குளிராக இருக்கிறது. 0
It---u-i-kā--m -ṉ----k-ḷ--āk--irukk-----. I-- k--------- e---- k------- i---------- I-u k-ḷ-r-ā-a- e-a-ē k-ḷ-r-k- i-u-k-ṟ-t-. ----------------------------------------- Itu kuḷirkālam eṉavē kuḷirāka irukkiṟatu.
De armen zijn gespierd. கை--்--ட்--க-இர---கி-்ற-. க---- க----- இ----------- க-க-் க-்-ா- இ-ு-்-ி-்-ன- ------------------------- கைகள் கட்டாக இருக்கின்றன. 0
K----------ā---ir-k-i-ṟ-ṉ-. K----- k------ i----------- K-i-a- k-ṭ-ā-a i-u-k-ṉ-a-a- --------------------------- Kaikaḷ kaṭṭāka irukkiṉṟaṉa.
De benen zijn ook gespierd. க-ல----ம--கட்--க----க---ன-ற-. க-------- க----- இ----------- க-ல-க-ு-் க-்-ா- இ-ு-்-ி-்-ன- ----------------------------- கால்களும் கட்டாக இருக்கின்றன. 0
K---a-----a--āk--i-u--iṉṟ--a. K------- k------ i----------- K-l-a-u- k-ṭ-ā-a i-u-k-ṉ-a-a- ----------------------------- Kālkaḷum kaṭṭāka irukkiṉṟaṉa.
De man is van sneeuw. இது-உறைபனியால் செய-ய--ப--- ம-ி-ன-. இ-- உ--------- ச---------- ம------ இ-ு உ-ை-ன-ய-ல- ச-ய-ய-்-ட-ட ம-ி-ன-. ---------------------------------- இது உறைபனியால் செய்யப்பட்ட மனிதன். 0
I----ṟ----ṉiy----e--ap-a----m--it-ṉ. I-- u---------- c---------- m------- I-u u-a-p-ṉ-y-l c-y-a-p-ṭ-a m-ṉ-t-ṉ- ------------------------------------ Itu uṟaipaṉiyāl ceyyappaṭṭa maṉitaṉ.
Hij draagt geen broek en geen jas. அவன- --ல-சட-ட--ோ----்---அணி-வ-ல-ல-. அ--- க---------- க----- அ---------- அ-ன- க-ல-ச-்-ை-ோ க-ட-ட- அ-ி-வ-ல-ல-. ----------------------------------- அவன் கால்சட்டையோ கோட்டோ அணியவில்லை. 0
A-a--k---a-----ō kōṭ-ō--ṇ--a--llai. A--- k---------- k---- a----------- A-a- k-l-a-ṭ-i-ō k-ṭ-ō a-i-a-i-l-i- ----------------------------------- Avaṉ kālcaṭṭaiyō kōṭṭō aṇiyavillai.
Maar de man bevriest niet. ஆ---ு-்-அவனுக-கு-குளி--ி-்-ை. ஆ------ அ------- க----------- ஆ-ா-ு-் அ-ன-க-க- க-ள-ர-ி-்-ை- ----------------------------- ஆனாலும் அவனுக்கு குளிரவில்லை. 0
Āṉ-l-m---a----u----i-a-i----. Ā----- a------- k------------ Ā-ā-u- a-a-u-k- k-ḷ-r-v-l-a-. ----------------------------- Āṉālum avaṉukku kuḷiravillai.
Hij is een sneeuwman. அ-ன- ஓ-் -ற--னிமனித-்-------ே--. அ--- ஓ-- உ------------ ஸ-------- அ-ன- ஓ-் உ-ை-ன-ம-ி-ன-/ ஸ-ன-ம-ன-. -------------------------------- அவன் ஓர் உறைபனிமனிதன்/ ஸ்னோமேன். 0
Ava--ō- uṟaipa-i-a-i--ṉ/ s---ēṉ. A--- ō- u--------------- s------ A-a- ō- u-a-p-ṉ-m-ṉ-t-ṉ- s-ō-ē-. -------------------------------- Avaṉ ōr uṟaipaṉimaṉitaṉ/ sṉōmēṉ.

Downloaden MP3 (.zip bestanden)

De taal van onze voorouders

De moderne talen kunnen worden bestudeerd door taalkundigen. Hiervoor worden verschillende methoden toegepast. Maar hoe spraken de mensen duizenden jaren geleden? Het is veel moeilijker om deze vraag te beantwoorden. Maar wetenschappers werken hier al jaren aan. Zij zouden willen ontdekken hoe vroeger gesproken werd. Hiervoor proberen ze oude taalvormen te reconstrueren. Amerikaanse onderzoekers hebben nu een spannende ontdekking gemaakt. Ze hebben meer dan 2000 talen geanalyseerd. Daarbij gingen ze vooral de zinsopbouw van de taal onderzoeken. Het resultaat van hun onderzoek was zeer interessant. Ongeveer de helft van de talen heeft een S-O-V zinsopbouw. Dat wil zeggen dat het principe onderwerp, object, werkwoord ( Eng. subject, object, verb Meer dan 700 talen volgen het patroon S-V-O. En ongeveer 160 talen gaan de VSO-systeem toepassen. De V-O-S-patroon wordt door ongeveer 40 talen gebruikt. 120 talen tonen gemengde vormen. OVS en OSV zijn systemen die beduidend minder vaak voorkomen. Het merendeel van de talen die onderzocht waren, maakt dus gebruik van de SOV-principe. Daartoe behoren bijvoorbeeld Perzisch, Japans en Turks. De meeste moderne talen volgen het SVO patroon. In de Indo-Europese familie overheerst tegenwoordig deze zinsopbouw. De onderzoekers zijn van mening dat men vroeger met de SOV-model spraken. Op dit systeem zijn alle talen gebaseerd. Maar daarna zijn de talen van elkaar afgeweken. Waarom dit gebeurd is weet nog niemand. De variatie van de zinsopbouw moet een reden hebben gehad. Door de evolutie gaat alleen wat voordelen heeft zich handhaven ..