Fraseboek

af Genitief   »   nl Genitief

99 [nege en negentig]

Genitief

Genitief

99 [negenennegentig]

Genitief

Kies hoe jy die vertaling wil sien:   
Afrikaans Nederlands Speel Meer
my vriendin se kat d- kat v---mijn---ien-in d- k-- v-- m--- v------- d- k-t v-n m-j- v-i-n-i- ------------------------ de kat van mijn vriendin 0
my vriend se hond d--h--d--a- -i-----iend d- h--- v-- m--- v----- d- h-n- v-n m-j- v-i-n- ----------------------- de hond van mijn vriend 0
my kinders se speelgoed h---s-e--go-- va- -i-n-k------n h-- s-------- v-- m--- k------- h-t s-e-l-o-d v-n m-j- k-n-e-e- ------------------------------- het speelgoed van mijn kinderen 0
Dit is my kollega se jas. D---i--d--m-ntel --n--i---col---a. D-- i- d- m----- v-- m--- c------- D-t i- d- m-n-e- v-n m-j- c-l-e-a- ---------------------------------- Dat is de mantel van mijn collega. 0
Dit is my kollega se motor. Da- is -e-au-- van mi-n-c---e-a. D-- i- d- a--- v-- m--- c------- D-t i- d- a-t- v-n m-j- c-l-e-a- -------------------------------- Dat is de auto van mijn collega. 0
Dit is my kollega se werk. D-t----he--we-k-va- ---- c-lle-a--. D-- i- h-- w--- v-- m--- c--------- D-t i- h-t w-r- v-n m-j- c-l-e-a-s- ----------------------------------- Dat is het werk van mijn collega’s. 0
Die hemp se knoop is af. Er-i--e-- -noo- -a- --t h-md-af. E- i- e-- k---- v-- h-- h--- a-- E- i- e-n k-o-p v-n h-t h-m- a-. -------------------------------- Er is een knoop van het hemd af. 0
Die motorhuis se sleutel is weg. D- -l-u--l -an -- g----e is----. D- s------ v-- d- g----- i- w--- D- s-e-t-l v-n d- g-r-g- i- w-g- -------------------------------- De sleutel van de garage is weg. 0
Die baas se rekenaar is stukkend. D- ---pu--r v-n-d--c-ef i- -tu-. D- c------- v-- d- c--- i- s---- D- c-m-u-e- v-n d- c-e- i- s-u-. -------------------------------- De computer van de chef is stuk. 0
Wie is die meisie se ouers? Wie----n-de---der--v-n h-t---i--e? W-- z--- d- o----- v-- h-- m------ W-e z-j- d- o-d-r- v-n h-t m-i-j-? ---------------------------------- Wie zijn de ouders van het meisje? 0
Hoe kom ek by haar ouers se huis? H-e kom -k-bij-h---h--s v-n-ha-- o-de-s? H-- k-- i- b-- h-- h--- v-- h--- o------ H-e k-m i- b-j h-t h-i- v-n h-a- o-d-r-? ---------------------------------------- Hoe kom ik bij het huis van haar ouders? 0
Die huis staan aan die einde van die straat. He---uis-s---t---n---t-ei-d- -a---e -tr-a-. H-- h--- s---- a-- h-- e---- v-- d- s------ H-t h-i- s-a-t a-n h-t e-n-e v-n d- s-r-a-. ------------------------------------------- Het huis staat aan het einde van de straat. 0
Wat is die naam van die hoofstad van Switserland? H-e ---t--- h----stad --n-Z--t---l---? H-- h--- d- h-------- v-- Z----------- H-e h-e- d- h-o-d-t-d v-n Z-i-s-r-a-d- -------------------------------------- Hoe heet de hoofdstad van Zwitserland? 0
Wat is die titel van die boek? W-- ---de tite- -an --- b-ek? W-- i- d- t---- v-- h-- b---- W-t i- d- t-t-l v-n h-t b-e-? ----------------------------- Wat is de titel van het boek? 0
Wat is die bure se kinders se name? H-e-heten ---kin-ere--v-n-d---u--n? H-- h---- d- k------- v-- d- b----- H-e h-t-n d- k-n-e-e- v-n d- b-r-n- ----------------------------------- Hoe heten de kinderen van de buren? 0
Wanneer is die kinders se skoolvakansie? W-n-e-r -eb-----e kinde-e- -------e? W------ h----- d- k------- v-------- W-n-e-r h-b-e- d- k-n-e-e- v-k-n-i-? ------------------------------------ Wanneer hebben de kinderen vakantie? 0
Wanneer is die dokter se spreekure? W---eer-h-e-- -- d-k--r-s-r--ku-r? W------ h---- d- d----- s--------- W-n-e-r h-e-t d- d-k-e- s-r-e-u-r- ---------------------------------- Wanneer heeft de dokter spreekuur? 0
Wat is die openingstye van die museum? W-- ------e--pe-i----ijd----an---t mu-e--? W-- z--- d- o------------- v-- h-- m------ W-t z-j- d- o-e-i-g-t-j-e- v-n h-t m-s-u-? ------------------------------------------ Wat zijn de openingstijden van het museum? 0

Beter konsentrasie = beter leer

Ons moet konsentreer wanneer ons leer. Ons aandag moet op een ding toegespits wees. Konsentrasievermoë is nie aangebore nie. Ons moet leer konsentreer. Dit gebeur meestal in kleuterskool of op skool. Op ses jaar kan kinders vir sowat 15 minute konsentreer. Tieners van 14 jaar kan twee keer so lank konsentreer en werk. Volwassenes se konsentrasie hou vir omtrent 45 minute. Na ’n seker hoeveelheid tyd begin konsentrasie afneem. Dan verloor studente belangstelling in die materiaal. Hulle kan ook moeg of gestres raak. Gevolglik word dit moeiliker om te leer. Die geheue kan die materiaal nie meer so goed onthou nie. ’n Mens kan egter jou konsentrasie verbeter! Dis baie belangrik dat ’n mens genoeg slaap voordat jy leer. Iemand wat moeg is, kan net vir ’n kort rukkie konsentreer. Wanneer ons moeg is, maak ons brein meer foute. Ons emosies beïnvloed ook ons konsentrasie. Iemand wat doeltreffend wil leer, moet ook ’n neutrale gemoedstoestand hê. Te veel positiewe of negatiewe emosies kan suksesvolle studie belemmer. Natuurlik kan ’n mens nie altyd emosie beheer nie. Maar ’n mens kan dit probeer ignoreer terwyl jy leer. Iemand wat wil konsentreer, moet gemotiveer wees. Wanneer ons studeer, moet ons ’n doel voor oë hê. Slegs dan is ons brein gereed om te konsentreer. ’n Rustige omgewing is ook belangrik vir goeie konsentrasie. En ’n mens moet baie water drink wanneer jy studeer; dit hou jou wakker. Iemand wat dit alles doen, sal beslis langer kan konsentreer!