Taalgids

nl Possessief pronomen 1   »   de Possessivpronomen 1

66 [zesenzestig]

Possessief pronomen 1

Possessief pronomen 1

66 [sechsundsechzig]

Possessivpronomen 1

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Duits Geluid meer
ik – mijn i-h - me-n ich – mein i-h – m-i- ---------- ich – mein 0
Ik vind mijn sleutel niet. I-h ----e -einen -c--------n----. Ich finde meinen Schlüssel nicht. I-h f-n-e m-i-e- S-h-ü-s-l n-c-t- --------------------------------- Ich finde meinen Schlüssel nicht. 0
Ik vind mijn treinkaartje niet. Ich --n-e-m-i---F--r-art--nicht. Ich finde meine Fahrkarte nicht. I-h f-n-e m-i-e F-h-k-r-e n-c-t- -------------------------------- Ich finde meine Fahrkarte nicht. 0
jij – jouw / je du-–--e-n du – dein d- – d-i- --------- du – dein 0
Heb je je sleutel gevonden? H--t du--e-n---S-h--s-el -efu-de-? Hast du deinen Schlüssel gefunden? H-s- d- d-i-e- S-h-ü-s-l g-f-n-e-? ---------------------------------- Hast du deinen Schlüssel gefunden? 0
Heb je je treinkaartje gevonden? H--t du ----e --hrkar-e-g-fu--e-? Hast du deine Fahrkarte gefunden? H-s- d- d-i-e F-h-k-r-e g-f-n-e-? --------------------------------- Hast du deine Fahrkarte gefunden? 0
hij – zijn er-–--ein er – sein e- – s-i- --------- er – sein 0
Weet je waar zijn sleutel is? We--t -u, w---e---S---ü-s-- -st? Weißt du, wo sein Schlüssel ist? W-i-t d-, w- s-i- S-h-ü-s-l i-t- -------------------------------- Weißt du, wo sein Schlüssel ist? 0
Weet je waar zijn treinkaartje is? Wei-- du---- --i----ahrkar-- -st? Weißt du, wo seine Fahrkarte ist? W-i-t d-, w- s-i-e F-h-k-r-e i-t- --------------------------------- Weißt du, wo seine Fahrkarte ist? 0
zij – haar s-e – ihr sie – ihr s-e – i-r --------- sie – ihr 0
Haar geld is weg. Ihr -el- -s--we-. Ihr Geld ist weg. I-r G-l- i-t w-g- ----------------- Ihr Geld ist weg. 0
En haar kredietkaart is ook weg. U-- i--- -r--it--r-e--st-au---we-. Und ihre Kreditkarte ist auch weg. U-d i-r- K-e-i-k-r-e i-t a-c- w-g- ---------------------------------- Und ihre Kreditkarte ist auch weg. 0
wij – ons wir --un-er wir – unser w-r – u-s-r ----------- wir – unser 0
Onze opa is ziek. U--e----a -st--r--k. Unser Opa ist krank. U-s-r O-a i-t k-a-k- -------------------- Unser Opa ist krank. 0
Onze oma is gezond. U-s--- --a-----ges-n-. Unsere Oma ist gesund. U-s-r- O-a i-t g-s-n-. ---------------------- Unsere Oma ist gesund. 0
jullie – jullie ih- –--uer ihr – euer i-r – e-e- ---------- ihr – euer 0
Kinderen, waar is jullie vader? K-nde-- wo -st e-er V---? Kinder, wo ist euer Vati? K-n-e-, w- i-t e-e- V-t-? ------------------------- Kinder, wo ist euer Vati? 0
Kinderen, waar is jullie moeder? Ki-d--,-w- is- ---e --tti? Kinder, wo ist eure Mutti? K-n-e-, w- i-t e-r- M-t-i- -------------------------- Kinder, wo ist eure Mutti? 0

Creatieve taal

Creativiteit is tegenwoordig een belangrijk kenmerk. Iedereen wil creatief te zijn. Omdat creatieve mensen als intelligent worden beschouwd. Ook onze taal zou creatief moeten zijn. Vroeger werd er geprobeerd om zo nauwkeurig mogelijk te spreken. Tegenwoordig moeten ze in staat zijn om zo creatief mogelijk te spreken. De reclame en de nieuwe media zijn hiervan een voorbeeld. Ze laten zien hoe u met taal kunt spelen. Voor ongeveer 50 jaar neemt de betekenis van creativiteit toe. Zelfs het onderzoek houdt zich bezig met dit fenomeen. Psychologen, pedagogen en filosofen onderzoeken creatieve processen. Creativiteit wordt daarbij gedefinieerd als het vermogen om iets nieuws te creëren. Een creatieve spreker produceert ook nieuwe taalvormen. Het kunnen woorden of grammaticale structuren zijn. Taalkundigen herkennen een creatieve taal wanneer deze gaat veranderen. Maar niet alle mensen begrijpen nieuwe taalelementen. Er is kennis nodig om de creatieve taal te begrijpen. Men moet weten hoe de taal functioneert En de wereld begrijpen waarin de sprekers leven. Alleen dan kan men begrijpen wat ze te zeggen hebben. Een voorbeeld hiervan is de jeugdtaal. Kinderen en jongeren vinden altijd weer nieuwe termen uit. Volwassenen kunnen vaak deze woorden niet begrijpen. Er zijn ondertussen woordenboeken in omloop die de jeugdtaal gaan uitleggen. Maar ze zijn meestal al na één generatie verouderd! Creatieve taal kan echter worden geleerd. Trainers bieden hiervoor verschillende cursussen aan. De belangrijkste regel is altijd: Activeer je innerlijke stem!