Taalgids

nl Possessief pronomen 1   »   el Κτητικές αντωνυμίες 1

66 [zesenzestig]

Possessief pronomen 1

Possessief pronomen 1

66 [εξήντα έξι]

66 [exḗnta éxi]

Κτητικές αντωνυμίες 1

[Ktētikés antōnymíes 1]

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Grieks Geluid meer
ik – mijn εγ- --δι-ό μ-υ ε-- – δ--- μ-- ε-ώ – δ-κ- μ-υ -------------- εγώ – δικό μου 0
egṓ – ---ó-mou e-- – d--- m-- e-ṓ – d-k- m-u -------------- egṓ – dikó mou
Ik vind mijn sleutel niet. Δ-ν -ρ-σ-ω-τ- κλε-δ- -ο-. Δ-- β----- τ- κ----- μ--- Δ-ν β-ί-κ- τ- κ-ε-δ- μ-υ- ------------------------- Δεν βρίσκω το κλειδί μου. 0
D-n------ō -o -le--- -o-. D-- b----- t- k----- m--- D-n b-í-k- t- k-e-d- m-u- ------------------------- Den brískō to kleidí mou.
Ik vind mijn treinkaartje niet. Δ---β-ίσκ- -ο ε----ή----μ--. Δ-- β----- τ- ε-------- μ--- Δ-ν β-ί-κ- τ- ε-σ-τ-ρ-ό μ-υ- ---------------------------- Δεν βρίσκω το εισιτήριό μου. 0
D-----í-k- t- -isit-r-ó -o-. D-- b----- t- e-------- m--- D-n b-í-k- t- e-s-t-r-ó m-u- ---------------------------- Den brískō to eisitḗrió mou.
jij – jouw / je εσύ --δ--- --υ ε-- – δ--- σ-- ε-ύ – δ-κ- σ-υ -------------- εσύ – δικό σου 0
es- --di-ó --u e-- – d--- s-- e-ý – d-k- s-u -------------- esý – dikó sou
Heb je je sleutel gevonden? Βρήκ-ς -- ----δ-----; Β----- τ- κ----- σ--- Β-ή-ε- τ- κ-ε-δ- σ-υ- --------------------- Βρήκες το κλειδί σου; 0
Brḗ-e--t---le-dí-s--? B----- t- k----- s--- B-ḗ-e- t- k-e-d- s-u- --------------------- Brḗkes to kleidí sou?
Heb je je treinkaartje gevonden? Βρ---ς -- ---ι--ρ-ό ---; Β----- τ- ε-------- σ--- Β-ή-ε- τ- ε-σ-τ-ρ-ό σ-υ- ------------------------ Βρήκες το εισιτήριό σου; 0
B-ḗk--------s--ḗrió so-? B----- t- e-------- s--- B-ḗ-e- t- e-s-t-r-ó s-u- ------------------------ Brḗkes to eisitḗrió sou?
hij – zijn αυ-ό- – δ-κ- τ-υ α---- – δ--- τ-- α-τ-ς – δ-κ- τ-υ ---------------- αυτός – δικό του 0
a--ós-- -i-ó tou a---- – d--- t-- a-t-s – d-k- t-u ---------------- autós – dikó tou
Weet je waar zijn sleutel is? Ξ---ις πού ε-ν-- το κλειδί-του; Ξ----- π-- ε---- τ- κ----- τ--- Ξ-ρ-ι- π-ύ ε-ν-ι τ- κ-ε-δ- τ-υ- ------------------------------- Ξέρεις πού είναι το κλειδί του; 0
X-rei- --ú-e--a- -o-kl---í-to-? X----- p-- e---- t- k----- t--- X-r-i- p-ú e-n-i t- k-e-d- t-u- ------------------------------- Xéreis poú eínai to kleidí tou?
Weet je waar zijn treinkaartje is? Ξέ-εις-π---είναι τ- -ι-ιτ--ιό--ου; Ξ----- π-- ε---- τ- ε-------- τ--- Ξ-ρ-ι- π-ύ ε-ν-ι τ- ε-σ-τ-ρ-ό τ-υ- ---------------------------------- Ξέρεις πού είναι το εισιτήριό του; 0
X-re-s -oú ----i-t- ---i-ḗ-i--t-u? X----- p-- e---- t- e-------- t--- X-r-i- p-ú e-n-i t- e-s-t-r-ó t-u- ---------------------------------- Xéreis poú eínai to eisitḗrió tou?
zij – haar αυτ- --δ--ό---ς α--- – δ--- τ-- α-τ- – δ-κ- τ-ς --------------- αυτή – δικό της 0
a-t- - -ik----s a--- – d--- t-- a-t- – d-k- t-s --------------- autḗ – dikó tēs
Haar geld is weg. Έ---ε ----ε-τ- τ--. Έ---- τ- λ---- τ--- Έ-α-ε τ- λ-φ-ά τ-ς- ------------------- Έχασε τα λεφτά της. 0
Éc-as---a-----t- tēs. É----- t- l----- t--- É-h-s- t- l-p-t- t-s- --------------------- Échase ta lephtá tēs.
En haar kredietkaart is ook weg. Έ-α---και -ην -ι-τ---κή τ----άρ-α. Έ---- κ-- τ-- π-------- τ-- κ----- Έ-α-ε κ-ι τ-ν π-σ-ω-ι-ή τ-ς κ-ρ-α- ---------------------------------- Έχασε και την πιστωτική της κάρτα. 0
Éch-s--kai -ēn----tōti-- tē- k-rta. É----- k-- t-- p-------- t-- k----- É-h-s- k-i t-n p-s-ō-i-ḗ t-s k-r-a- ----------------------------------- Échase kai tēn pistōtikḗ tēs kárta.
wij – ons ε-ε-ς –---κό--ας ε---- – δ--- μ-- ε-ε-ς – δ-κ- μ-ς ---------------- εμείς – δικό μας 0
e-e-- – --kó mas e---- – d--- m-- e-e-s – d-k- m-s ---------------- emeís – dikó mas
Onze opa is ziek. Ο π-π---- -ας -ίναι -ρ--στο-. Ο π------ μ-- ε---- ά-------- Ο π-π-ο-ς μ-ς ε-ν-ι ά-ρ-σ-ο-. ----------------------------- Ο παππούς μας είναι άρρωστος. 0
O -ap---s mas-eí----á--ō-t-s. O p------ m-- e---- á-------- O p-p-o-s m-s e-n-i á-r-s-o-. ----------------------------- O pappoús mas eínai árrōstos.
Onze oma is gezond. Η-γ----ά μα- εί-----γ-ή-. Η γ----- μ-- ε---- υ----- Η γ-α-ι- μ-ς ε-ν-ι υ-ι-ς- ------------------------- Η γιαγιά μας είναι υγιής. 0
Ē -iagiá--as-eí-ai -g-ḗs. Ē g----- m-- e---- y----- Ē g-a-i- m-s e-n-i y-i-s- ------------------------- Ē giagiá mas eínai ygiḗs.
jullie – jullie εσε-- - δικ--σας ε---- – δ--- σ-- ε-ε-ς – δ-κ- σ-ς ---------------- εσείς – δικό σας 0
e--í- --di-----s e---- – d--- s-- e-e-s – d-k- s-s ---------------- eseís – dikó sas
Kinderen, waar is jullie vader? Π----ά- -ο- είν-ι --μ-αμ--- σ--; Π------ π-- ε---- ο μ------ σ--- Π-ι-ι-, π-ύ ε-ν-ι ο μ-α-π-ς σ-ς- -------------------------------- Παιδιά, πού είναι ο μπαμπάς σας; 0
P-id----p-- -ín---o m-------s-s? P------ p-- e---- o m------ s--- P-i-i-, p-ú e-n-i o m-a-p-s s-s- -------------------------------- Paidiá, poú eínai o mpampás sas?
Kinderen, waar is jullie moeder? Πα-δ-ά, π-----ν-ι-- -αμ- -ας; Π------ π-- ε---- η μ--- σ--- Π-ι-ι-, π-ύ ε-ν-ι η μ-μ- σ-ς- ----------------------------- Παιδιά, πού είναι η μαμά σας; 0
Paidi-- -o--eí-ai ē-ma-á s--? P------ p-- e---- ē m--- s--- P-i-i-, p-ú e-n-i ē m-m- s-s- ----------------------------- Paidiá, poú eínai ē mamá sas?

Downloaden MP3 (.zip bestanden)

Creatieve taal

Creativiteit is tegenwoordig een belangrijk kenmerk. Iedereen wil creatief te zijn. Omdat creatieve mensen als intelligent worden beschouwd. Ook onze taal zou creatief moeten zijn. Vroeger werd er geprobeerd om zo nauwkeurig mogelijk te spreken. Tegenwoordig moeten ze in staat zijn om zo creatief mogelijk te spreken. De reclame en de nieuwe media zijn hiervan een voorbeeld. Ze laten zien hoe u met taal kunt spelen. Voor ongeveer 50 jaar neemt de betekenis van creativiteit toe. Zelfs het onderzoek houdt zich bezig met dit fenomeen. Psychologen, pedagogen en filosofen onderzoeken creatieve processen. Creativiteit wordt daarbij gedefinieerd als het vermogen om iets nieuws te creëren. Een creatieve spreker produceert ook nieuwe taalvormen. Het kunnen woorden of grammaticale structuren zijn. Taalkundigen herkennen een creatieve taal wanneer deze gaat veranderen. Maar niet alle mensen begrijpen nieuwe taalelementen. Er is kennis nodig om de creatieve taal te begrijpen. Men moet weten hoe de taal functioneert En de wereld begrijpen waarin de sprekers leven. Alleen dan kan men begrijpen wat ze te zeggen hebben. Een voorbeeld hiervan is de jeugdtaal. Kinderen en jongeren vinden altijd weer nieuwe termen uit. Volwassenen kunnen vaak deze woorden niet begrijpen. Er zijn ondertussen woordenboeken in omloop die de jeugdtaal gaan uitleggen. Maar ze zijn meestal al na één generatie verouderd! Creatieve taal kan echter worden geleerd. Trainers bieden hiervoor verschillende cursussen aan. De belangrijkste regel is altijd: Activeer je innerlijke stem!