Buku frasa

ms to have to do something / must   »   nl iets moeten doen

72 [tujuh puluh dua]

to have to do something / must

to have to do something / must

72 [tweeënzeventig]

iets moeten doen

Pilih cara anda mahu melihat terjemahan:   
Malay Dutch Main Lagi
perlu m--t-n moeten m-e-e- ------ moeten 0
Saya perlu menghantar surat itu. Ik-moe-----b-----v-r-tur-n. Ik moet de brief versturen. I- m-e- d- b-i-f v-r-t-r-n- --------------------------- Ik moet de brief versturen. 0
Saya perlu membayar hotel. I- mo-- het-h-----be-al-n. Ik moet het hotel betalen. I- m-e- h-t h-t-l b-t-l-n- -------------------------- Ik moet het hotel betalen. 0
Awak perlu bangun awal. Je--o-t vr-e-----ta--. Je moet vroeg opstaan. J- m-e- v-o-g o-s-a-n- ---------------------- Je moet vroeg opstaan. 0
Awak perlu bekerja dengan banyak. J- --e--veel-we--en. Je moet veel werken. J- m-e- v-e- w-r-e-. -------------------- Je moet veel werken. 0
Awak perlu menepati masa. Je mo-- -ti-- z-jn. Je moet stipt zijn. J- m-e- s-i-t z-j-. ------------------- Je moet stipt zijn. 0
Dia perlu mengisi minyak kereta. H-----------k--. Hij moet tanken. H-j m-e- t-n-e-. ---------------- Hij moet tanken. 0
Dia perlu membaiki kereta itu. H-- -o-t de a-to -ep-re---. Hij moet de auto repareren. H-j m-e- d- a-t- r-p-r-r-n- --------------------------- Hij moet de auto repareren. 0
Dia perlu mencuci kereta itu. H-j---e---e----o w-----. Hij moet de auto wassen. H-j m-e- d- a-t- w-s-e-. ------------------------ Hij moet de auto wassen. 0
Dia perlu pergi membeli-belah. Zi- m--t---k------o-n. Zij moet inkopen doen. Z-j m-e- i-k-p-n d-e-. ---------------------- Zij moet inkopen doen. 0
Dia perlu membersihkan apartmen. Z-j-moet de-wo-in- schoo-m--en. Zij moet de woning schoonmaken. Z-j m-e- d- w-n-n- s-h-o-m-k-n- ------------------------------- Zij moet de woning schoonmaken. 0
Dia perlu mencuci pakaian. Zi- -----de --- -oe-. Zij moet de was doen. Z-j m-e- d- w-s d-e-. --------------------- Zij moet de was doen. 0
Kita perlu pergi sekolah dengan segera. Wi- ----en -- -----n naar s--o--. Wij moeten zo meteen naar school. W-j m-e-e- z- m-t-e- n-a- s-h-o-. --------------------------------- Wij moeten zo meteen naar school. 0
Kita perlu pergi kerja dengan segera. W-j--oe--------ete---n-a---et-werk. Wij moeten zo meteen naar het werk. W-j m-e-e- z- m-t-e- n-a- h-t w-r-. ----------------------------------- Wij moeten zo meteen naar het werk. 0
Kita perlu berjumpa doktor dengan segera. Wi--moet-n-z---e-ee- -----de---kt-r. Wij moeten zo meteen naar de dokter. W-j m-e-e- z- m-t-e- n-a- d- d-k-e-. ------------------------------------ Wij moeten zo meteen naar de dokter. 0
Kamu semua perlu menunggu bas. J--lie -o-t----- d--bus------en. Jullie moeten op de bus wachten. J-l-i- m-e-e- o- d- b-s w-c-t-n- -------------------------------- Jullie moeten op de bus wachten. 0
Kamu semua perlu menunggu kereta api. J----- moet-n-op-de-t-ein----h---. Jullie moeten op de trein wachten. J-l-i- m-e-e- o- d- t-e-n w-c-t-n- ---------------------------------- Jullie moeten op de trein wachten. 0
Kamu semua perlu menunggu teksi. J----- --e-----p de t--i-w--h---. Jullie moeten op de taxi wachten. J-l-i- m-e-e- o- d- t-x- w-c-t-n- --------------------------------- Jullie moeten op de taxi wachten. 0

-

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -