Buku frasa

ms House cleaning   »   nl Grote schoonmaak

18 [lapan belas]

House cleaning

House cleaning

18 [achttien]

Grote schoonmaak

Pilih cara anda mahu melihat terjemahan:   
Malay Dutch Main Lagi
Hari ini hari Sabtu. V-ndaa- ---h-t -a--rda-. Vandaag is het zaterdag. V-n-a-g i- h-t z-t-r-a-. ------------------------ Vandaag is het zaterdag. 0
Hari ini kami ada masa lapang. Vand-ag-heb-en w----j-. Vandaag hebben we tijd. V-n-a-g h-b-e- w- t-j-. ----------------------- Vandaag hebben we tijd. 0
Hari ini kami membersihkan apartmen. V--da---m-ke- w- -et -ui- -choon. Vandaag maken we het huis schoon. V-n-a-g m-k-n w- h-t h-i- s-h-o-. --------------------------------- Vandaag maken we het huis schoon. 0
Saya membersihkan bilik mandi. Ik--aa-----b----mer-s-h---. Ik maak de badkamer schoon. I- m-a- d- b-d-a-e- s-h-o-. --------------------------- Ik maak de badkamer schoon. 0
Suami saya membersihkan kereta. Mijn-m-n-w--- d- aut-. Mijn man wast de auto. M-j- m-n w-s- d- a-t-. ---------------------- Mijn man wast de auto. 0
Anak-anak membersihkan basikal. De -i---re- --k-n--e fie---- sc-oon. De kinderen maken de fietsen schoon. D- k-n-e-e- m-k-n d- f-e-s-n s-h-o-. ------------------------------------ De kinderen maken de fietsen schoon. 0
Nenek menyiram bunga. Gr-o-m--d-- -ee----e-pl--t---wat--. Grootmoeder geeft de planten water. G-o-t-o-d-r g-e-t d- p-a-t-n w-t-r- ----------------------------------- Grootmoeder geeft de planten water. 0
Anak-anak mengemas bilik kanak-kanak. D- k---e----r-i----d--ki-de-kame- op. De kinderen ruimen de kinderkamer op. D- k-n-e-e- r-i-e- d- k-n-e-k-m-r o-. ------------------------------------- De kinderen ruimen de kinderkamer op. 0
Suami saya mengemas mejanya. M--- --- ----t --j--bu--a- -p. Mijn man ruimt zijn bureau op. M-j- m-n r-i-t z-j- b-r-a- o-. ------------------------------ Mijn man ruimt zijn bureau op. 0
Saya meletakkan pakaian ke dalam mesin basuh. I- -o- d- -as in d----s-a---ne. Ik doe de was in de wasmachine. I- d-e d- w-s i- d- w-s-a-h-n-. ------------------------------- Ik doe de was in de wasmachine. 0
Saya menyidai pakaian. Ik h-ng d- w-- op. Ik hang de was op. I- h-n- d- w-s o-. ------------------ Ik hang de was op. 0
Saya menggosok pakaian. Ik -t-i-k ---k-e---. Ik strijk de kleren. I- s-r-j- d- k-e-e-. -------------------- Ik strijk de kleren. 0
Tingkap itu kotor. De-ramen-z-j------. De ramen zijn vuil. D- r-m-n z-j- v-i-. ------------------- De ramen zijn vuil. 0
Lantai itu kotor. De v-o-r----v-il. De vloer is vuil. D- v-o-r i- v-i-. ----------------- De vloer is vuil. 0
Pinggan mangkuk itu kotor. De afw---is v--l. De afwas is vuil. D- a-w-s i- v-i-. ----------------- De afwas is vuil. 0
Siapakah yang membersihkan tingkap? Wie---a---d- -a-en-sch--n? Wie maakt de ramen schoon? W-e m-a-t d- r-m-n s-h-o-? -------------------------- Wie maakt de ramen schoon? 0
Siapakah yang membersihkan habuk? Wie -t--z-i--? Wie stofzuigt? W-e s-o-z-i-t- -------------- Wie stofzuigt? 0
Siapakah yang membersihkan pinggan mangkuk? W-- d--t--e-afwas? Wie doet de afwas? W-e d-e- d- a-w-s- ------------------ Wie doet de afwas? 0

-

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -