वाक्यांश

hi भूतकाल १   »   nl Verleden tijd 1

८१ [इक्यासी]

भूतकाल १

भूतकाल १

81 [eenentachtig]

Verleden tijd 1

पाठ देखने के लिए क्लिक करें   
हिन्दी डच प्ले अधिक
लिखना s-h-i-ven schrijven s-h-i-v-n --------- schrijven 0
उसने एक पत्र लिखा Hi--s---e-f ----b-ie-. Hij schreef een brief. H-j s-h-e-f e-n b-i-f- ---------------------- Hij schreef een brief. 0
और उसने एक कार्ड लिखा En-zij schre-f-e-n-k--rt. En zij schreef een kaart. E- z-j s-h-e-f e-n k-a-t- ------------------------- En zij schreef een kaart. 0
पढ़ना l-zen lezen l-z-n ----- lezen 0
उसने एक पत्रिका पढ़ी H---las--en---jds--r---. Hij las een tijdschrift. H-j l-s e-n t-j-s-h-i-t- ------------------------ Hij las een tijdschrift. 0
और उसने एक पुस्तक पढ़ी E----j -as-e-- -oek. En zij las een boek. E- z-j l-s e-n b-e-. -------------------- En zij las een boek. 0
लेना n--en nemen n-m-n ----- nemen 0
उसने एक सिगरेट ली H---na---e-----a--t. Hij nam een sigaret. H-j n-m e-n s-g-r-t- -------------------- Hij nam een sigaret. 0
उसने चॉकलेट का एक टुकडा लिया Zi---a----- stuk c-o----. Zij nam een stuk chocola. Z-j n-m e-n s-u- c-o-o-a- ------------------------- Zij nam een stuk chocola. 0
वह बेवफ़ा था, लेकिन वह वफ़ादार थी H---was-ont--uw, ma----i--w----r-u-. Hij was ontrouw, maar zij was trouw. H-j w-s o-t-o-w- m-a- z-j w-s t-o-w- ------------------------------------ Hij was ontrouw, maar zij was trouw. 0
वह आलसी था, लेकिन वह महनती थी Hi--w-s --i- --ar ----wa--ij-e-i-. Hij was lui, maar zij was ijverig. H-j w-s l-i- m-a- z-j w-s i-v-r-g- ---------------------------------- Hij was lui, maar zij was ijverig. 0
वह गरीब था, लेकिन वह धनवान थी H-- w---a-m,-maa--zi- -a---i-k. Hij was arm, maar zij was rijk. H-j w-s a-m- m-a- z-j w-s r-j-. ------------------------------- Hij was arm, maar zij was rijk. 0
उसके पास पैसे नहीं थे, बल्कि उस पर कर्ज़ थे H----ad--een--------a-r s--u--e-. Hij had geen geld, maar schulden. H-j h-d g-e- g-l-, m-a- s-h-l-e-. --------------------------------- Hij had geen geld, maar schulden. 0
उसका सौभाग्य नहीं था, बल्कि दुर्भाग्य था H-- ----ge-n -el-k,-maa- pech. Hij had geen geluk, maar pech. H-j h-d g-e- g-l-k- m-a- p-c-. ------------------------------ Hij had geen geluk, maar pech. 0
उसके पास सफलता नहीं थी, बल्कि असफलता थी Hij had g-en--ucc-s- maa- -e-en-la-. Hij had geen succes, maar tegenslag. H-j h-d g-e- s-c-e-, m-a- t-g-n-l-g- ------------------------------------ Hij had geen succes, maar tegenslag. 0
वह संतुष्ट नहीं था बल्कि असंतुष्ट था H---was--i---te-r--en,-m--r ont--r--en. Hij was niet tevreden, maar ontevreden. H-j w-s n-e- t-v-e-e-, m-a- o-t-v-e-e-. --------------------------------------- Hij was niet tevreden, maar ontevreden. 0
वह खुश नहीं था, बल्कि दुखी था H-- -a- -ie----luk-i------r --ge-u--ig. Hij was niet gelukkig, maar ongelukkig. H-j w-s n-e- g-l-k-i-, m-a- o-g-l-k-i-. --------------------------------------- Hij was niet gelukkig, maar ongelukkig. 0
वह सुशील नहीं था, बल्कि रूखा था H------ n--t-s----thi-k,----r --sy-----i--. Hij was niet sympathiek, maar onsympathiek. H-j w-s n-e- s-m-a-h-e-, m-a- o-s-m-a-h-e-. ------------------------------------------- Hij was niet sympathiek, maar onsympathiek. 0

-

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -