Taalgids

nl Voegwoorden 4   »   hi समुच्चयबोधक अव्यय ४

97 [zevenennegentig]

Voegwoorden 4

Voegwoorden 4

९७ [सत्तानवे]

97 [sattaanave]

समुच्चयबोधक अव्यय ४

[samuchchayabodhak avyay 4]

U kunt op elke blanco klikken om de tekst te zien of:   
Nederlands Hindi Geluid meer
Hij is in slaap gevallen, hoewel de televisie aanstond. टे------- च--- क- ब----- व- स- ग-ा टेलीविज़न चलने के बावजूद वह सो गया 0
te-------- c------ k- b-------- v-- s- g--ateleevizan chalane ke baavajood vah so gaya
Hij is nog gebleven, hoewel het al laat was. बह-- द-- ह--- क- ब----- व- ठ--- ह-- है बहुत देर होने के बावजूद वह ठहरा हुआ है 0
ba--- d-- h--- k- b-------- v-- t------ h-- h-ibahut der hone ke baavajood vah thahara hua hai
Hij is niet gekomen, hoewel we afgesproken hadden. हम-- म---- थ-- फ-- भ- व- न--- आ-- है हमने मिलना था, फिर भी वह नहीं आया है 0
ha---- m----- t--- p--- b--- v-- n---- a--- h-ihamane milana tha, phir bhee vah nahin aaya hai
De televisie stond aan. Toch is hij in slaap gevallen. टे------- च--- थ-- फ-- भ- व- स- ग-- है टेलीविज़न चालू था, फिर भी वह सो गया है 0
te-------- c------ t--- p--- b--- v-- s- g--- h-iteleevizan chaaloo tha, phir bhee vah so gaya hai
Het was al laat. Toch is hij nog gebleven. पह-- ह- ब--- द-- ह- ग- थ-- फ-- भ- व- ठ--- है पहले ही बहुत देर हो गई थी, फिर भी वह ठहरा है 0
pa---- h-- b---- d-- h- g--- t---- p--- b--- v-- t------ h-ipahale hee bahut der ho gaee thee, phir bhee vah thahara hai
Wij hadden afgesproken. Toch is hij niet gekomen. हम--- म------ थ-- फ-- भ- व- न--- आ-- है हमारी मुलाकात थी, फिर भी वह नहीं आया है 0
ha------ m-------- t---- p--- b--- v-- n---- a--- h-ihamaaree mulaakaat thee, phir bhee vah nahin aaya hai
Hoewel hij geen rijbewijs heeft, rijdt hij auto. उस-- प-- ल------- न ह--- क- ब----- व- ग--- च---- है उसके पास लाइसैन्स न होने के बावजूद वह गाड़ी चलाता है 0
us--- p--- l------- n- h--- k- b-------- v-- g----- c------- h-iusake paas laisains na hone ke baavajood vah gaadee chalaata hai
Hoewel de straat glad is, rijdt hij hard. रा---- च---- ह--- क- ब----- व- त--- ग--- च---- है रास्ता चिकना होने के बावजूद वह तेज़ गाड़ी चलाता है 0
ra---- c------ h--- k- b-------- v-- t-- g----- c------- h-iraasta chikana hone ke baavajood vah tez gaadee chalaata hai
Hoewel hij dronken is, gaat hij met de fiets. बह-- प--- क- ब----- व- स----- च---- है बहुत पीने के बावजूद वह साइकिल चलाता है 0
ba--- p---- k- b-------- v-- s----- c------- h-ibahut peene ke baavajood vah saikil chalaata hai
Hij heeft geen rijbewijs. Toch rijdt hij auto. उस-- प-- ड-------- ल------- न--- ह-- फ-- भ- व- ग--- च---- है उसके पास ड्राइविंग लाइसैन्स नहीं है, फिर भी वह गाड़ी चलाता है 0
us--- p--- d------- l------- n---- h--- p--- b--- v-- g----- c------- h-iusake paas draiving laisains nahin hai, phir bhee vah gaadee chalaata hai
De straat is glad. Toch rijdt hij zo hard. रा---- च---- ह-- फ-- भ- व- त--- ग--- च---- है रास्ता चिकना है, फिर भी वह तेज़ गाड़ी चलाता है 0
ra---- c------ h--- p--- b--- v-- t-- g----- c------- h-iraasta chikana hai, phir bhee vah tez gaadee chalaata hai
Hij is dronken. Toch gaat hij met de fiets. उस न- ब--- प- ह-- फ-- भ- व- म--------- च---- है उस ने बहुत पी है, फिर भी वह मोटरसाइकिल चलाता है 0
us n- b---- p-- h--- p--- b--- v-- m----------- c------- h-ius ne bahut pee hai, phir bhee vah motarasaikil chalaata hai
Zij vindt geen baan, hoewel ze gestudeerd heeft. पढ-- ल--- ह--- क- ब----- उ-- न---- न--- म-- र-- है पढ़े लिखे होने के बावजूद उसे नौकरी नहीं मिल रही है 0
pa--- l---- h--- k- b-------- u-- n------- n---- m-- r---- h-ipadhe likhe hone ke baavajood use naukaree nahin mil rahee hai
Zij gaat niet naar de dokter, hoewel ze pijn heeft. दर-- ह--- क- ब----- व- ड----- क- प-- न--- ज- र-- है दर्द होने के बावजूद वह डॉक्टर के पास नहीं जा रही है 0
da-- h--- k- b-------- v-- d----- k- p--- n---- j- r---- h-idard hone ke baavajood vah doktar ke paas nahin ja rahee hai
Zij koopt een auto, hoewel ze geen geld heeft. पै-- न ह--- क- ब----- उ- न- ग--- ख---- है पैसे न होने के बावजूद उस ने गाड़ी खरीदी है 0
pa--- n- h--- k- b-------- u- n- g----- k-------- h-ipaise na hone ke baavajood us ne gaadee khareedee hai
Zij heeft gestudeerd. Toch vindt ze geen baan. वह प--- ल--- ह-- फ-- भ- उ-- न---- न--- म-- र-- है वह पढ़ी लिखी है, फिर भी उसे नौकरी नहीं मिल रही है 0
va- p----- l----- h--- p--- b--- u-- n------- n---- m-- r---- h-ivah padhee likhee hai, phir bhee use naukaree nahin mil rahee hai
Zij heeft pijn. Toch gaat ze niet naar de dokter. उस-- द--- ह-- फ-- भ- व- ड----- क- प-- न--- ज- र-- है उसको दर्द है, फिर भी वह डॉक्टर के पास नहीं जा रही है 0
us--- d--- h--- p--- b--- v-- d----- k- p--- n---- j- r---- h-iusako dard hai, phir bhee vah doktar ke paas nahin ja rahee hai
Zij heeft geen geld. Toch koopt ze een auto. उस-- प-- प--- न--- ह--- फ-- भ- उ--- ग--- ख----- है उसके पास पैसे नहीं हैं, फिर भी उसने गाड़ी ख़रीदी है 0
us--- p--- p---- n---- h---- p--- b--- u---- g----- k-------- h-iusake paas paise nahin hain, phir bhee usane gaadee khareedee hai

Downloaden MP3 (.zip bestanden)

Jongeren leren anders dan ouderen

Kinderen leren talen relatief snel. Bij volwassenen duurt het meestal langer. Kinderen leren echter niet beter dan volwassenen. Ze leren gewoon op een andere manier. Bij het leren van talen moeten de hersenen veel werk verrichten. Het moet een aantal dingen tegelijk leren. Wanneer ze een taal leren is het niet genoeg om erover na te denken. Ze moeten ook leren om de nieuwe woorden uit te spreken. Daarvoor moeten de spraakorganen nieuwe bewegingen gaan leren. Ook moeten de hersenen leren om te reageren op nieuwe situaties. Het communiceren in een vreemde taal is een uitdaging. Maar volwassen leren op elke leeftijd anders. Op 20 of 30 jaar hebben mensen nog steeds de routine om te leren. De tijden van de school of universiteit is nog niet lang geleden. De hersenen zijn daardoor nog goed getraind. Vreemde talen kunnen dan ook op een zeer hoog niveau geleerd worden. Mensen tussen de 40 en 50 jaar hebben al veel geleerd. Hun hersenen zullen van deze ervaring gaan profiteren. Het kan nieuwe inhoud met de oude kennis goed combineren. Op deze leeftijd leren ze de dingen het beste, die ze al weten. Dit zijn bijvoorbeeld talen die lijken op eerder geleerde vergelijkbare talen. Bij 60 of 70 jaar hebben mensen meestal veel tijd nodig. Ze kunnen het vaak oefenen. Dit is bij talen van groot belang. Ouderen kunnen bijvoorbeeld buitenlandse lettertypen zeer goed leren. Maar ze kunnen op elke leeftijd met succes leren. De hersenen kunnen ook na de puberteit nog nieuwe zenuwcellen vormen. En dat doen ze ook graag...