Jezikovni vodič

sl Vprašanje – preteklost 1   »   nl Vragen – Verleden tijd 1

85 [petinosemdeset]

Vprašanje – preteklost 1

Vprašanje – preteklost 1

85 [vijfentachtig]

Vragen – Verleden tijd 1

Izberite, kako želite videti prevod:   
slovenščina nizozemščina Igraj Več
Koliko ste spili? Ho-veel h-e-t-- gedr-nk--? Hoeveel heeft u gedronken? H-e-e-l h-e-t u g-d-o-k-n- -------------------------- Hoeveel heeft u gedronken? 0
Koliko ste delali? Ho---a-- --eft----ew-rkt? Hoe lang heeft u gewerkt? H-e l-n- h-e-t u g-w-r-t- ------------------------- Hoe lang heeft u gewerkt? 0
Koliko ste napisali? Ho-------eef- --g-s-h-ev--? Hoeveel heeft u geschreven? H-e-e-l h-e-t u g-s-h-e-e-? --------------------------- Hoeveel heeft u geschreven? 0
Kako ste spali? H-e--e--- ------ap--? Hoe heeft u geslapen? H-e h-e-t u g-s-a-e-? --------------------- Hoe heeft u geslapen? 0
Kako ste prestali izpit? Hoe -e-t - voo--h-t-ex-m-- -esla-gd? Hoe bent u voor het examen geslaagd? H-e b-n- u v-o- h-t e-a-e- g-s-a-g-? ------------------------------------ Hoe bent u voor het examen geslaagd? 0
Kako ste našli pot? H-e --ef- u -e-weg-g-von---? Hoe heeft u de weg gevonden? H-e h-e-t u d- w-g g-v-n-e-? ---------------------------- Hoe heeft u de weg gevonden? 0
S kom ste govorili? Me--wie --ef- ---------e-? Met wie heeft u gesproken? M-t w-e h-e-t u g-s-r-k-n- -------------------------- Met wie heeft u gesproken? 0
S kom ste se dogovorili? M-- -i- he-ft-u-af--s---ken? Met wie heeft u afgesproken? M-t w-e h-e-t u a-g-s-r-k-n- ---------------------------- Met wie heeft u afgesproken? 0
S kom ste proslavljali rojstni dan? M-t--i--h--f--u uw-----aa-dag g-v-e--? Met wie heeft u uw verjaardag gevierd? M-t w-e h-e-t u u- v-r-a-r-a- g-v-e-d- -------------------------------------- Met wie heeft u uw verjaardag gevierd? 0
Kje ste bili? W--r --n- u--ew-est? Waar bent u geweest? W-a- b-n- u g-w-e-t- -------------------- Waar bent u geweest? 0
Kje ste stanovali? Wa-r heeft - g--oo--? Waar heeft u gewoond? W-a- h-e-t u g-w-o-d- --------------------- Waar heeft u gewoond? 0
Kje ste delali? Waa- --eft-- --w---t? Waar heeft u gewerkt? W-a- h-e-t u g-w-r-t- --------------------- Waar heeft u gewerkt? 0
Kaj ste priporočili? W-----ef- - -a---v----? Wat heeft u aanbevolen? W-t h-e-t u a-n-e-o-e-? ----------------------- Wat heeft u aanbevolen? 0
Kaj ste jedli? Wat heeft-u------e-? Wat heeft u gegeten? W-t h-e-t u g-g-t-n- -------------------- Wat heeft u gegeten? 0
Kaj ste izvedeli (doživeli)? Wat-----t u-erva-en? Wat heeft u ervaren? W-t h-e-t u e-v-r-n- -------------------- Wat heeft u ervaren? 0
Kako hitro ste vozili? Hoe--a-d--e--- u-ger-d--? Hoe hard heeft u gereden? H-e h-r- h-e-t u g-r-d-n- ------------------------- Hoe hard heeft u gereden? 0
Kako daleč ste leteli? H-- l-n- hee-- --g----g--? Hoe lang heeft u gevlogen? H-e l-n- h-e-t u g-v-o-e-? -------------------------- Hoe lang heeft u gevlogen? 0
Kako visoko ste skočili? H-e-hoog heef-----es-ro-g-n? Hoe hoog heeft u gesprongen? H-e h-o- h-e-t u g-s-r-n-e-? ---------------------------- Hoe hoog heeft u gesprongen? 0

-

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -