Taalgids

nl Ontkenning 2   »   el Άρνηση 2

65 [vijfenzestig]

Ontkenning 2

Ontkenning 2

65 [εξήντα πέντε]

65 [exḗnta pénte]

Άρνηση 2

[Árnēsē 2]

Kies hoe u de vertaling wilt zien:   
Nederlands Grieks Geluid meer
Is de ring duur? Το δα-----δ-----α--α----ό; Τ- δ-------- ε---- α------ Τ- δ-χ-υ-ί-ι ε-ν-ι α-ρ-β-; -------------------------- Το δαχτυλίδι είναι ακριβό; 0
T--d---t-l-di-e--ai ak----? T- d--------- e---- a------ T- d-c-t-l-d- e-n-i a-r-b-? --------------------------- To dachtylídi eínai akribó?
Nee, hij kost maar honderd euro. Όχ-, κ---ίζ-ι---ν- ε-α-----ρώ. Ό--- κ------- μ--- ε---- ε---- Ό-ι- κ-σ-ί-ε- μ-ν- ε-α-ό ε-ρ-. ------------------------------ Όχι, κοστίζει μόνο εκατό ευρώ. 0
Óchi- k-s----i-m-no----t------. Ó---- k------- m--- e---- e---- Ó-h-, k-s-í-e- m-n- e-a-ó e-r-. ------------------------------- Óchi, kostízei móno ekató eurṓ.
Maar ik heb er maar vijftig. Ό--ς---- --νο----ή--α. Ό--- έ-- μ--- π------- Ό-ω- έ-ω μ-ν- π-ν-ν-α- ---------------------- Όμως έχω μόνο πενήντα. 0
Ómō- é--- m-----e-ḗnta. Ó--- é--- m--- p------- Ó-ō- é-h- m-n- p-n-n-a- ----------------------- Ómōs échō móno penḗnta.
Ben je al klaar? Είσ---ή-η--τοιμ-- /--το--η; Ε---- ή-- έ------ / έ------ Ε-σ-ι ή-η έ-ο-μ-ς / έ-ο-μ-; --------------------------- Είσαι ήδη έτοιμος / έτοιμη; 0
E---i -d------mos --é-o-m-? E---- ḗ-- é------ / é------ E-s-i ḗ-ē é-o-m-s / é-o-m-? --------------------------- Eísai ḗdē étoimos / étoimē?
Nee, nog niet. Όχ- ---μα. Ό-- α----- Ό-ι α-ό-α- ---------- Όχι ακόμα. 0
Óchi --óma. Ó--- a----- Ó-h- a-ó-a- ----------- Óchi akóma.
Maar ik ben zo klaar. Αλλ- σ--πο-ύ-λ-γο ---ε--α- ---οι-ος / έ--ι--). Α--- σ- π--- λ--- θ- ε---- (------- / έ------- Α-λ- σ- π-λ- λ-γ- θ- ε-μ-ι (-τ-ι-ο- / έ-ο-μ-)- ---------------------------------------------- Αλλά σε πολύ λίγο θα είμαι (έτοιμος / έτοιμη). 0
A-l- se --l- l--- t-a--í-a--(-t---o- / ---imē). A--- s- p--- l--- t-- e---- (------- / é------- A-l- s- p-l- l-g- t-a e-m-i (-t-i-o- / é-o-m-)- ----------------------------------------------- Allá se polý lígo tha eímai (étoimos / étoimē).
Wil je nog soep? Θ--ή--λε--κ-- ά-λη--ού--; Θ- ή----- κ-- ά--- σ----- Θ- ή-ε-ε- κ-ι ά-λ- σ-ύ-α- ------------------------- Θα ήθελες και άλλη σούπα; 0
Th--ḗ--e-----a--ál-ē s--pa? T-- ḗ------ k-- á--- s----- T-a ḗ-h-l-s k-i á-l- s-ú-a- --------------------------- Tha ḗtheles kai állē soúpa?
Nee, ik wil er geen meer. Όχι- --ν--έ-ω-άλλ- -ο-πα. Ό--- δ-- θ--- ά--- σ----- Ό-ι- δ-ν θ-λ- ά-λ- σ-ύ-α- ------------------------- Όχι, δεν θέλω άλλη σούπα. 0
Ó-hi----- --élō --l--s--p-. Ó---- d-- t---- á--- s----- Ó-h-, d-n t-é-ō á-l- s-ú-a- --------------------------- Óchi, den thélō állē soúpa.
Maar nog wel een ijsje. Αλλά -να-πα--τό. Α--- έ-- π------ Α-λ- έ-α π-γ-τ-. ---------------- Αλλά ένα παγωτό. 0
Allá é-a----ōt-. A--- é-- p------ A-l- é-a p-g-t-. ---------------- Allá éna pagōtó.
Woon je hier al lang? Μ---ις---ιρ- ε--; Μ----- κ---- ε--- Μ-ν-ι- κ-ι-ό ε-ώ- ----------------- Μένεις καιρό εδώ; 0
Méne---kair- -dṓ? M----- k---- e--- M-n-i- k-i-ó e-ṓ- ----------------- Méneis kairó edṓ?
Nee, pas een maand. Ό--- -όν--έ--ν-μή-α. Ό--- μ--- έ--- μ---- Ό-ι- μ-ν- έ-α- μ-ν-. -------------------- Όχι, μόνο έναν μήνα. 0
Óchi--m-no--n-- m---. Ó---- m--- é--- m---- Ó-h-, m-n- é-a- m-n-. --------------------- Óchi, móno énan mḗna.
Maar ik ken al veel mensen. Α-λά έ-ω------ολ-ο-ς -νω-τ--ς. Α--- έ-- ή-- π------ γ-------- Α-λ- έ-ω ή-η π-λ-ο-ς γ-ω-τ-ύ-. ------------------------------ Αλλά έχω ήδη πολλούς γνωστούς. 0
Allá --h----- p--l--- gnōsto--. A--- é--- ḗ-- p------ g-------- A-l- é-h- ḗ-ē p-l-o-s g-ō-t-ú-. ------------------------------- Allá échō ḗdē polloús gnōstoús.
Ga je morgen naar huis? Πας--ύ-ι--σπ---; Π-- α---- σ----- Π-ς α-ρ-ο σ-ί-ι- ---------------- Πας αύριο σπίτι; 0
Pas -úri- --í-i? P-- a---- s----- P-s a-r-o s-í-i- ---------------- Pas aúrio spíti?
Nee, pas in het weekend. Ό--- -ο--αββα--κύρι---. Ό--- τ- σ-------------- Ό-ι- τ- σ-β-α-ο-ύ-ι-κ-. ----------------------- Όχι, το σαββατοκύριακο. 0
Ó--i,-t- -abb---k-r--k-. Ó---- t- s-------------- Ó-h-, t- s-b-a-o-ý-i-k-. ------------------------ Óchi, to sabbatokýriako.
Maar ik kom zondag al terug. Αλ-ά την-Κυ--α-- -ι-λ-ς ---επι-τρέψ-. Α--- τ-- Κ------ κ----- θ- ε--------- Α-λ- τ-ν Κ-ρ-α-ή κ-ό-α- θ- ε-ι-τ-έ-ω- ------------------------------------- Αλλά την Κυριακή κιόλας θα επιστρέψω. 0
A-----ē-----i-----i--as-t-a ep--t--ps-. A--- t-- K------ k----- t-- e---------- A-l- t-n K-r-a-ḗ k-ó-a- t-a e-i-t-é-s-. --------------------------------------- Allá tēn Kyriakḗ kiólas tha epistrépsō.
Is je dochter al volwassen? Έχ-ι--νη---ιωθ---η ---η σου; Έ--- ε---------- η κ--- σ--- Έ-ε- ε-η-ι-ι-θ-ί η κ-ρ- σ-υ- ---------------------------- Έχει ενηλικιωθεί η κόρη σου; 0
É-hei -nē-iki-t-e--- kó-ē----? É---- e----------- ē k--- s--- É-h-i e-ē-i-i-t-e- ē k-r- s-u- ------------------------------ Échei enēlikiōtheí ē kórē sou?
Nee, ze is pas zeventien. Όχι,--ί-αι ---ις -ε------. Ό--- ε---- μ---- δ-------- Ό-ι- ε-ν-ι μ-λ-ς δ-κ-ε-τ-. -------------------------- Όχι, είναι μόλις δεκαεπτά. 0
Ó-h-,-----i---l-s d--aeptá. Ó---- e---- m---- d-------- Ó-h-, e-n-i m-l-s d-k-e-t-. --------------------------- Óchi, eínai mólis dekaeptá.
Maar ze heeft al een vriend. Α-λ- -χ-ι ή-- φίλο. Α--- έ--- ή-- φ---- Α-λ- έ-ε- ή-η φ-λ-. ------------------- Αλλά έχει ήδη φίλο. 0
All- é--ei --ē---í--. A--- é---- ḗ-- p----- A-l- é-h-i ḗ-ē p-í-o- --------------------- Allá échei ḗdē phílo.

Downloaden MP3 (.zip bestanden)

Wat woorden ons vertellen

Wereldwijd zijn er miljoenen boeken Het is nog onbekend hoeveel boeken er tot vandaag de dag zijn geschreven. In deze boeken worden heel veel kennis opgeslagen. Als we ze allemaal konden lezen, wisten we veel over het leven. Omdat boeken ons laten zien hoe onze wereld aan het veranderen is. Ieder tijdperk heeft zijn eigen boeken. Daarin kunnen we zien wat voor de mensen belangrijk is. Helaas kan niemand alle boeken lezen. Maar de moderne technologie kan ons helpen om de boeken te onderzoeken. Door het digitaliseren kunnen boeken als data worden opgeslagen. Daarna kan men de inhoud analyseren. Taalkundigen zien dan of onze taal gaat veranderen. Nog interessanter is het om de frequentie van woorden te tellen. Daardoor kunnen ze het belang van bepaalde dingen herkennen. Wetenschappers hebben meer dan 5 miljoen boeken onderzocht. Dit waren boeken van de afgelopen vijf eeuwen. Er werden in totaal ongeveer 500 miljard woorden geanalyseerd. De frequentie van de woorden laat zien hoe mensen toen en nu leefden. In de taal weerspiegelen zich ideeën en trends. Het woord mannen heeft bijvoorbeeld zijn belang verloren. Tegenwoordig wordt het minder vaak gebruikt dan voorheen. De frequentie van het woord vrouwen is echter aanzienlijk toegenomen. Zelfs wat we graag eten kan in woorden gezien worden. In de jaren '50 was het woord roomijs van groot belang. Daarna werden de woorden pizza en pasta modieus. Sinds een aantal jaren domineert het begrip Sushi . Voor alle taalliefhebbers is er goed nieuws ... Onze taal krijgt er elk jaar meer woorden bij!