சொற்றொடர் புத்தகம்

ta உடைமை பிரதிப்பெயர்ச்சொல் 1   »   nl Possessief pronomen 1

66 [அறுபத்து ஆறு]

உடைமை பிரதிப்பெயர்ச்சொல் 1

உடைமை பிரதிப்பெயர்ச்சொல் 1

66 [zesenzestig]

Possessief pronomen 1

மொழிபெயர்ப்பை எப்படிப் பார்க்க விரும்புகிறீர்கள் என்பதைத் தேர்வுசெய்யவும்:   
தமிழ் டச்சு ஒலி மேலும்
நான்- என் ik ---i-n ik – mijn i- – m-j- --------- ik – mijn 0
என்னுடைய சாவி கிடைக்கவில்லை. Ik ---d--ijn -l---el--i-t. Ik vind mijn sleutel niet. I- v-n- m-j- s-e-t-l n-e-. -------------------------- Ik vind mijn sleutel niet. 0
என்னுடைய பயணச்சீட்டு கிடைக்கவில்லை. I- ---- mijn-tre--k---t-e--ie-. Ik vind mijn treinkaartje niet. I- v-n- m-j- t-e-n-a-r-j- n-e-. ------------------------------- Ik vind mijn treinkaartje niet. 0
நீ- - உன் jij ------ --je jij – jouw / je j-j – j-u- / j- --------------- jij – jouw / je 0
நீ உன்னுடைய சாவியைக் கண்டுபிடித்துவிட்டாயா? H-b-je-je-s-eu--------n-e-? Heb je je sleutel gevonden? H-b j- j- s-e-t-l g-v-n-e-? --------------------------- Heb je je sleutel gevonden? 0
நீ உன்னுடைய பயணச்சீட்டை கண்டுபிடித்துவிட்டாயா? H-- -e------e-nkaa--j- -ev-n--n? Heb je je treinkaartje gevonden? H-b j- j- t-e-n-a-r-j- g-v-n-e-? -------------------------------- Heb je je treinkaartje gevonden? 0
அவன்-அவனுடையது hi- – -ijn hij – zijn h-j – z-j- ---------- hij – zijn 0
அவனுடைய சாவி எங்கே இருக்கிறது என்று உனக்குத் தெரியுமா? Wee- -e --a- z-jn---e--el---? Weet je waar zijn sleutel is? W-e- j- w-a- z-j- s-e-t-l i-? ----------------------------- Weet je waar zijn sleutel is? 0
அவனுடைய டிக்கெட் எங்கே இருக்கிறது என்று உனக்குத் தெரியுமா? Weet j- wa-----j- -r-i--a--tje is? Weet je waar zijn treinkaartje is? W-e- j- w-a- z-j- t-e-n-a-r-j- i-? ---------------------------------- Weet je waar zijn treinkaartje is? 0
அவள்-- - அவளுடையது zij-–-h--r zij – haar z-j – h-a- ---------- zij – haar 0
அவளுடைய பணத்தைக் காணவில்லை. H-----el--is-w--. Haar geld is weg. H-a- g-l- i- w-g- ----------------- Haar geld is weg. 0
அவளுடைய கடன் அட்டையையும் காணவில்லை. En h-a--k-e-i--ka-r--is -ok-w-g. En haar kredietkaart is ook weg. E- h-a- k-e-i-t-a-r- i- o-k w-g- -------------------------------- En haar kredietkaart is ook weg. 0
நாம்-நமது w-j-- -ns wij – ons w-j – o-s --------- wij – ons 0
நமது தாத்தா நோய்வாய்பட்டிருக்கிறார். O-z----- is -i-k. Onze opa is ziek. O-z- o-a i- z-e-. ----------------- Onze opa is ziek. 0
நமது பாட்டி ஆரோக்கியமாக இருக்கிறாள். O--e-oma-i---ezo-d. Onze oma is gezond. O-z- o-a i- g-z-n-. ------------------- Onze oma is gezond. 0
நீங்கள்—உங்களுடையது ju-l-e-– ---l-e jullie – jullie j-l-i- – j-l-i- --------------- jullie – jullie 0
குழந்தைகளே, உங்களுடைய தந்தை எங்கேயிருக்கிறார்? K-nde-en, --a- is-j--l---v--e-? Kinderen, waar is jullie vader? K-n-e-e-, w-a- i- j-l-i- v-d-r- ------------------------------- Kinderen, waar is jullie vader? 0
குழந்தைகளே, உங்களுடைய தாயார் எங்கேயிருக்கிறார்? Ki--er----w--- ---j--l-- ---der? Kinderen, waar is jullie moeder? K-n-e-e-, w-a- i- j-l-i- m-e-e-? -------------------------------- Kinderen, waar is jullie moeder? 0

பதிவிறக்க MP3 (.zip கோப்புகள்)

வீடியோ எதுவும் கிடைக்கவில்லை

-

- - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - - -